Recensie van De buitenwereld van Jorge Franco
Eerder verschenen op Mappalibri.be
Als de hedendaagse Spaans-Amerikaanse literatuur al een grootste gemene deler heeft, dan is het waarschijnlijk de blijvende obsessie met geweld. Dat geldt in het bijzonder voor de Colombiaanse letteren, waar de problematiek al decennialang ‒ sinds de drugsterreur hoogtij vierde in de jaren ’80 en ’90 ‒ centraal staat.
In eerste instantie staarden veel romanciers zich blind op de huiveringwekkende actualiteit, verbijsterd als ze waren door de dagelijkse gijzelingen, afrekeningen en aanslagen. Een van de schoolvoorbeelden van zo’n roman die het geweld zeer expliciet weergeeft, is Rosario Tijeras (1999, in 2005 bij Meulenhoff verschenen als Rosario) van Jorge Franco. Het verhaal over de sensuele huurmoordenares Rosario oogstte zo’n succes dat het een tweede leven kreeg als film en zelfs een derde als telenovela.
Te midden van de ware wildgroei aan bloederige romans was het Gabriel García Márquez die aantoonde dat het ook anders kon. Zijn zenuwslopende Ontvoeringsbericht (1996) focuste minder op de meedogenloze moordenaars dan op de emoties van de slachtoffers en plaatste het geweld in een ruimere maatschappelijke context. Na de eeuwwende trokken schrijvers als Héctor Abad en Juan Gabriel Vásquez diezelfde lijn door. Terwijl Colombia langzaam maar zeker uit het diepe dal begon te kruipen, peilden Abad en Vásquez in hun alom bejubelde boeken Het vergeten dat ons wacht (2005, vertaling in 2010 bij De Geus) en Het geluid van vallende dingen (2011, vertaling Signatuur, 2012) naar de morele en emotionele impact van twintig jaar terreur. En zo is er in de recente Colombiaanse literatuur naast het rauwe realisme alsmaar meer plaats voor intro- en retrospectie. Zelfs Jorge Franco, die in Rosario nog zo gefascineerd was door de gevolgen, lijkt in De buitenwereld net als Abad en Vásquez op zoek te gaan naar de oorzaken van het geweld.
De buitenwereld speelt zich af in de jaren zeventig in Medellín, de stad die in de daaropvolgende decennia de gevaarlijkste ter wereld zou worden. De boeven uit Franco’s roman verdienen hun brood met inbraken en afpersing. Het verhaal begint met de ontvoering van Don Diego, een rijkaard die in een sprookjesachtig kasteel aan de rand van de stad woont. Al snel blijkt dat bendeleider El Mono niet zozeer uit is op Don Diego’s geld, maar wel op zijn dochter Isolde. Van kindsbeen af is El Mono geobsedeerd door het mysterieuze blonde prinsesje dat ver van de boze buitenwereld opgroeit.
Waarom gijzelde El Mono niet meteen Isolde? Zal hun onmogelijke liefde ooit gedijen? En zal Don Diego er levend van afkomen? Met deze vragen probeert Franco de lezer in spanning te houden. Ondertussen komen we ook meer te weten over hoe Don Diego Isolde’s moeder, de Duitse Dita, leerde kennen, en volgen we de stuntelige streken van El Mono’s handlangers. De constante flashbacks en –forwards, de wisselende focus en de overvloedige dialogen moeten bijdragen tot de spanningsopbouw, maar op papier, of toch tenminste op Franco’s papier, missen deze filmische technieken grotendeels hun effect, misschien wel omdat ze niet gekoppeld worden aan de sterke personages en ethische complexiteit die je mag verwachten van een goede roman. In dit geval wordt de film (of de telenovela) ongetwijfeld beter dan de roman.
De buitenwereld kan qua spanning niet tippen aan García Márquez’ Ontvoeringsbericht en mist de psychologische diepgang van Abads Het vergeten dat ons wacht en Vásquez’ Het geluid van vallende dingen. Alleen al de krampachtige en slordige manier waarop uitgeverij Meulenhoff Franco’s roman presenteert, is symptomatisch. De kaft en flap staan niet alleen bol van de blurbs van collega-schrijvers, maar ook van de typ- en stijlfouten ‒ het personage Isolde heet in de korte inhoud bijvoorbeeld Isolda. Alles lijkt erop te wijzen dat het ooit zo toonaangevende Meulenhoff haar grip op de hedendaagse Spaans-Amerikaanse literatuur stilaan aan het verliezen is. Wie wil weten wat er beweegt in de Spaanstalige letteren, kan tegenwoordig beter eerst even kijken bij jonge uitgeverijen als Meridiaan en Karaat of bij blijvers als Wereldbibliotheek en Signatuur.
Jorge Franco, De buitenwereld, vertaling Brigitte Coopmans, Amsterdam: Meulenhoff, 2015.
Voor meer achtergrond over literatuur en geweld in de Colombiaanse literatuur lees ook onze Special Colombiaanse literatuur (De drie Lilia’s, De presidentskandidaat, Het geluid van vallende dingen, 35 doden) en het artikel ‘Literatuur en geweld in Colombia’ (2013).
reageren