Op zes buitenlocaties midden in Amsterdam – op straat, aan de kade en op de gracht – kun je op een bijzondere manier een ander ontmoeten: in bed. Todo lo que está a mi lado (Alles aan mijn zijde) van de Argentijnse theatermaker Fernando Rubio is tegelijkertijd een publiek spektakel en een intieme een-op-een performance. De actrice die je in het bed ontmoet, vertelt je een poëtisch verhaal over de onpeilbare leegte van eenzaamheid die je plots kan overvallen; en over de troostende woorden, de dromen en de schoonheid die het geluk weer binnen bereik brengen. Het is een louterende ervaring voor de ‘logé’; en voor omstanders een schouwspel dat een fascinerende, bijna surrealistische aanblik biedt.
Met Todo lo que está a mi lado (Alles aan mijn zijde) creëert de Argentijnse theatermaker Fernando Rubio samen met een groep Nederlandse actrices een intieme installatie-performance midden in de openbare ruimte van Amsterdam. Op onverhoedse locaties in de stad – midden in het centrum, op pontons in het water, in het park – zet hij een aantal tweepersoonsbedden neer waarin één op één performances plaatsvinden tussen een actrice en een toeschouwer.
Op het moment dat de toeschouwer zijn schoenen uittrekt en bij de actrice onder de deken kruipt, begint een korte, intieme ontmoeting. De actrice fluistert haar bedgenoot een korte tekst van Rubio toe, over het gevoel van eenzaamheid dat je soms kan overvallen, over de keer dat je dat gevoel als kind voor het eerst ervoer, over de toekomst. Een enkele keer strijkt ze de bezoeker over zijn arm of gezicht, een vluchtig gebaar dat de intimiteit van de voorstelling nog eens versterkt.
De korte, poëtische tekst schreef Rubio nadat hij op een ochtend vroeg was ontwaakt in zijn bed in Buenos Aires, overvallen door een gevoel van eenzaamheid dat hem terugvoerde naar de eerste keer dat hij zich als vier- of vijfjarige zo alleen had gevoeld. Voor menig toeschouwer is het ongetwijfeld een herkenbare ervaring. Nog dichterbij komt het verhaal doordat de bezoeker alleen bij de actrice in bed ligt en niemand anders haar fluisterende woorden kan verstaan.
Voor een groter publiek blijft de performance evenmin zonder betekenis; de onverwachte kunstinstallatie in de openbare ruimte prikkelde al in vele steden de fantasie van nieuwsgierige omstanders en toevallige voorbijgangers.
Rubio bracht zijn performance al op festivals in vele internationale steden; Punta Arenas in Chili (2012), New York (2014), Athene (2014) en in zijn eigen woonplaats Buenos Aires (2013). In elke stad werkt hij met actrices uit het betreffende land, die de taal van de toeschouwer spreken. Dit creëert al snel de vertrouwde sfeer die de voorstelling nodig heeft.
Fernando Rubio (Buenos Aires, Argentinië, 1975) is een van de aanvoerders van de nieuwe generatie Argentijnse theatermakers. Hij studeerde aan de kunstopleiding Escuela Metropolitana de Arte Dramático in Buenos Aires en geeft nu dramaturgie les aan de Posgrado de Artes Performáticas de la Universidad de Arte Dramático (UNA). In 2001 richtte hij zijn gezelschap Intimo Teatro Itinerante (Rondreizend Intiem Theater) op om theater te maken dat toeschouwers direct aanspreekt. Steeds geeft hij zijn publiek een actieve rol in zijn werk; zo liepen toeschouwers in Pueden dejar lo que quieran over het toneel tussen een berg kledingstukken van een verongelukt personage en laat hij ze in Todo lo que está a mi ladozelfs één op één met een actrice in bed stappen. Zijn voorstellingen houden het midden tussen beeldende kunst, literatuur, architectuur, toneel en performance. Daarbij gaat hij altijd zeer bewust om met de ruimte; voor elk nieuw theaterproject ontwerpt hij een nieuwe, passende setting. Voor zijn onderwerpskeuze put hij vaak uit zijn dromen, waardoor zijn voorstellingen vaak surreëel en onwerkelijk aandoen. Volwassenheid en kindertijd, herinneringen en realiteit, angsten en verlangens lopen in zijn werk door elkaar.
Met zijn performances en films werd Rubio uitgenodigd op vele theater- en filmfestivals in met name Zuid-Amerika en Europa. In Nederland was hij al enkele keren te gast; in 2012 stond Pueden dejar lo que quieran in de tourneereeks ‘Ervaar daar hier theater’ van het Fonds Podiumkunsten (onder de titel You can leave what you want), in 2012 was Todo lo que está a mi lado te zien op het Noorderzon Performing Arts Festival in Groningen en in 2014 ging op hetzelfde festival zijn nieuwe voorstelling When we were kids in première, het eerste deel van een trilogie over een paar personages die zijn vergeten wie ze zijn.
Aanvang:
iedere 15 minuten tussen 17:00 en 19:00 en tussen 20:00 en 22:00.
Bij slecht weer vindt dit project plaats in Muziekgebouw aan ’t IJ. Check bij twijfel ’s ochtends deze site voor de juiste locatie.
Deze voorstelling is niet rolstoel-toegankelijk, tenzij u vanuit uw rolstoel kunt plaatsnemen in het bed.
Overige speeldata en locaties Todo lo que está a mi lado:
De Dam (3 – 5 juni)
Veemkade (6 juni)
Westergasfabriek (7 juni)
Plantage Westermanlaan (8 juni)
Spui (9 juni)
Oudezijds Achterburgwal (10 -12 juni)