Latijns-Amerika magazine.
 

Brazilië na de verkiezingen: wat nu?

03-11-2014 door Kees Koonings
Braziliaanse straten na eerste ronde presidentsverkiezingen - Foto: Elya Massij

Een week later is Brazilië aan het bijkomen van de spannende presidentsverkiezingen van 26 oktober en kan vooruit worden gekeken naar de nieuwe en ambitieuze politieke agenda voor de komende termijn voor Dilma Rousseff. Prof. Kees Koonings, cultureel antropoloog verbonden aan het CEDLA in Amsterdam en de Universiteit van Utrecht, legt uit. 

De politieke stofwolken zijn langzaam aan het neerdalen na wat een voor Braziliaanse begrippen ongewoon heftige en spannende verkiezingsstrijd was. Sinds 1994 waren presidentsverkiezingen redelijk voorspelbaar, om niet te zeggen een gelopen koers. Ook president Dilma Rousseff won de vorige verkiezingen van 2010 vrij overtuigend en leek lange tijd op een makkelijke herverkiezing af te stevenen.

Dit beeld veranderde nogal plotseling in 2013. Een golf van burgerprotest spoelde over het land. Aanvankelijk keerden de demonstranten zich tegen de verhoging van de bustarieven in de grote steden, maar al snel kwam daar een waslijst van andere grieven bij. De grootste gemene deler van de protesten was de weigering om nog langer genoegen te nemen met het matig functioneren van de overheid en de krakkemikkige kwaliteit van de publieke voorzieningen. Dit paste niet bij een land dat al tien jaar van zichzelf vond dat het bezig was met succesvolle ontwikkeling, niet alleen in economisch opzicht maar ook op sociaal en politiek gebied.

Eigenlijk waren de protesten het gevolg van dit succes. De meeste ontevreden burgers kwamen uit de middenklasse in de rijkere delen van het land, zoals studenten in de grote steden in het Zuidoosten. Een niet gering deel van deze middenklasse was in de afgelopen tien jaar opgeklommen vanuit armoede. Juist zij eisten nu de volgende stap: de overheid moest met hun belastingcenten collectieve welvaart en welzijn op een hoger plan brengen. “Waarom Belgische belastingen betalen als we het voorzieningenpeil van Bangladesh ervoor terugkrijgen” was een vaak gehoorde cynische grap, een genre waar Brazilianen in uitblinken.

Opvallend genoeg hadden sociale vooruitgang en beter burgerschap ook altijd op de agenda gestaan van de zittende president, Dilma Rousseff, en haar voorganger, de beroemde Luiz Inácio Lula da Silva. Als voortrekkers van de sociaaldemocratische Arbeiderspartij (Partido dos Trabalhadores, PT) werden zij gekozen op basis van de belofte de ontwikkeling van het land ten goede te laten komen aan alle Brazilianen, vooral aan de armen, en niet alleen aan de bevoorrechte minderheid.

Hoewel tegen de verwachting in de protesten tijdens het afgelopen Wereldkampioenschap Voetbal afzwakten en geen roet in het voetbaleten gooiden, kreeg de sluimerende onvrede onder de Braziliaanse burgers toch een uitlaatklep tijdens de verkiezingscampagne die bijna direct na het laatste fluitsignaal in Rio’s Maracanã-stadion losbarstte. Dit werd duidelijk zichtbaar toen de relatieve buitenstaander Marina Silva aan de verkiezingen ging meedoen. Marina was kandidaat voor het vicepresidentschap in de campagne van Eduardo Campos, een gematigd linkse rivaal van Dilma afkomstig uit de noordoostelijke deelstaat Pernambuco. Campos kwam echter in augustus 2014 tragisch bij een vliegtuigongeluk om het leven. Marina nam het stokje over en zij schoot omhoog in de peilingen. Haar populariteit bleek vooral groot onder die sociale groepen die ook aan de basis van de protesten hadden gestaan.

In de aanloop naar de eerste verkiezingsronde op zondag 5 oktober 2014 gaven Dilma en de derde belangrijke kandidaat, de centrumrechtse ex-gouverneur van de deelstaat Minas Gerais Aécio Neves, Marina de volle laag. Als telg uit een arme familie van rubbertappers, met een groen-links-achtig politiek verleden (zij was minister van Milieuzaken tijdens de eerste termijn van Lula), maar ook een sterke evangelisch-protestante overtuiging en een enigszins conservatief aandoend programma, bood Marina haar beide rivalen een gemakkelijk doelwit. Uiteindelijk werd zij derde in de eerste ronde. Dilma en Aécio gingen door naar de finale die plaatsvond op zondag 26 oktober 2014.

De tweede ronde bleek uit te draaien op een nek-aan-nek race. Voor het eerst sinds 2002 maakten de aanhangers van de PT zich ernstig zorgen over de te verwachten uitslag. De uiteindelijke overwinning van Dilma met ruim drie procentpunt voorsprong op Aécio, en bijna dertig procent van de Brazilianen die ongeldig of blanco stemde, kan een pyrrusoverwinning genoemd worden.

Terwijl de media spreken over Brazilië als een gespleten samenleving, staat Dilma voor de taak om een nieuwe en ambitieuze agenda voor het land op tafel te leggen. De agendapunten zijn duidelijk: herstel van economische groei, verbetering van de publieke voorzieningen en de openbare veiligheid, het aanpakken van de corruptie, het versterken van het vernieuwend vermogen van de Braziliaanse economie, het ambitieuzer aanpakken van de armoedebestrijding.

Indien Aécio gekozen zou zijn had de agenda er hetzelfde uitgezien; zijn aanpak zou niet heel veel hebben verschild van wat Dilma nu waarschijnlijk gaat doen. In die zin is Brazilië geen gespleten samenleving. De verschillende politieke groeperingen staan, anders dan in Venezuela of Bolivia, niet zo ver van elkaar af. Brazilië is echter wel nog steeds verdeeld tussen rijk en arm, eersteklas en tweedeklas burgers, gescheiden door een kloof van welvaart, huidskleur, angst en wantrouwen. Op het dichten van deze kloof zullen Braziliaanse presidenten kunnen worden afgerekend.

reageren

meer conSentido (zin)

meer Nieuws

meer Brazilië