Latijns-Amerika magazine.
 

Brazilië steunt het regime van Bashar Al-Assad

30-01-2018 door Willemjan Vandenplas

Volgens Cecilia Baeza, professor Internationale Relaties aan de Katholieke Universiteit van São Paulo en de Universiteit van São Paulo, is het objectief bewezen dat Brazilië aan de kant staat van het regime van de Syrische president Bashar al-Assad. Ondertussen heeft Brazilië een consulaat geopend in Damascus en hoopt het zijn ambassade opnieuw te kunnen openen. Het is niet duidelijk wat de gevolgen zullen zijn van deze vernieuwde alliantie, schrijft Willemjan Vanderplas.

De ‘Roze Revolutie’, die zich in het eerste decennium van de 21e eeuw afspeelde in Latijns-Amerika, beleeft nu een contrarevolutie uit neoliberale hoek. Daar lijkt het toch op. Het is duidelijk dat de verwaarlozing van het continent door het westen heeft geleid tot nieuwe allianties van de Latijns-Amerikaanse landen met het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de Golfstaten. Voormalig president Lula de Silva ging onder meer in zee met de PLO, het regime van Al-Assad en Iran om Zuid-Zuidrelaties te ontwikkelen.

Tot Lula da Silva was het beleid van Brazilië in het Midden-Oosten gericht op continentale handel. De olieproducerende landen gebruikten op hun beurt het zwarte goud om steun te winnen voor het Palestijnse conflict tijdens de eerste en tweede oliecrisis in de jaren zeventig. Daarna ging Brazilië over tot de productie van ethanol omdat Irak in oorlog was met Iran en dat was een grote exporteur van olie naar Brazilië, samen met Saoedi-Arabië.

Oude partnerschappen hernieuwd

Huidige machthebbers in Latijns-Amerika als president van Argentinië Mauricio Macri en president van Brazilië Michel Temer zoeken toenadering tot Israël, omdat zij het buitenlands beleid van de VS volgen. Een goed voorbeeld daarvan is de stemming in de VN over de verhuizing van de ambassade in Israël naar de betwiste hoofdstad Jeruzalem.

Hernieuwt de huidige president van Brazilië het oude partnerschap met Syrië op dit moment? Het staat in ieder geval vast dat Brazilië de VN volgt op het vlak van conflictoplossing in Syrië en dus opteert voor een eengemaakt Syrië. In 2017 steeg de Braziliaanse export naar het Midden-Oosten met 32 procent volgens de Kamer van Koophandel Brazilië-Arabische landen (ANBA). Het is meer een continentaal beleid geweest het laatste jaar. De Braziliaanse voedingsindustrie heeft enorme belangen in het Midden-Oosten. Temer is de architect van de toenadering van Brazilië tot het Midden-Oosten in de 21e eeuw, zegt Matias Spektor, professor Internationale Relaties aan de Fundação Getúlio Vargas in São Paulo.

Voor het presidentschap van Dilma toenadering tot Syrië met een sisser afgelopen

Brazilië staat erom bekend dat het vaak buitenlandse investeringen kan verzilveren. Het heeft echter een slechte ervaring achter de rug met Syrië tijdens de jaren dat de sociaaldemocratische PT aan de macht was. Zo was het land in het begin van de jaren zeventig voor 80 tot 90 procent afhankelijk van olie uit het Midden-Oosten, voornamelijk uit Saoedi-Arabië en Irak.

Toen de eerste oliecrisis in 1973 uitbrak, zag Brazilië zich genoodzaakt zich te richten tegen het westen onder invloed van de olieproducerende landen in het Midden-Oosten. Het land erkende de Palestijnse PLO zoals zoveel landen in de Derde Wereld-beweging, omdat de slogan van de olieproducerende landen in het Midden-Oosten was dat iedereen die aan de kant van het Midden-Oosten stond, olie kreeg tegen dezelfde prijs als in het Midden-Oosten.

Daarna ging Brazilië eind jaren zeventig over tot de productie van ethanol omdat de Iraaks-Iraanse oorlog uitbrak. Daardoor werd het minder afhankelijk van de olieproductie uit Irak, die 30 tot 40 procent van de totale import uitmaakte. Tot voor de regering van Lula Da Silva was er een continentaal beleid gericht op het Midden-Oosten als continent. Er werd voornamelijk voedsel uitgevoerd naar het Midden-Oosten en voornamelijk olie ingevoerd, met een handelsbalans van ongeveer nul.

Lula bondgenoot van Syrië

Na 11 september 2001 werd de Syrisch-Libanese diaspora in Brazilië actiever, omdat ze zich meer bewust werd van het land van origine. De volledige Syrisch-Libanese cultuur werd gecommercialiseerd door telenovelas zoals O Clône, dat een romantisch beeld van het Midden-Oosten oproept. Hierdoor werd een draagvlak gecreëerd voor de toenadering tussen Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Die was belangrijk voor de integratie en Brazilië wilde dit bereiken door toenadering te zoeken tot Syrië. Onder Lula (2003–2010) werd Syrië de strategische hub voor overheids- en privé-investeringen door de ontluikende culturele en economisch succesvolle Syrisch-Libanese gemeenschap in Brazilië, die ongeveer 13 miljoen leden telt.

Het begon allemaal met de minister van Buitenlandse Zaken van Lula, Celso Amorim, die tussen 2003 en 2010 ongeveer vijf keer naar Syrië reisde. In 2004 reisde Lula als eerste president van Brazilië naar Syrië. Het resultaat hiervan was de eerste top, de ASPA (America do Sul-Paises Arabes), tussen Zuid-Amerika (UNASUL) en de Arabische landen (Arabische Liga). Later volgden nog twee toppen.

Hierin werden de nieuwe handelsrelaties en diplomatieke samenwerking beklonken onder leiding van Temer. De Mercosul (de EU van Zuid-Amerika) besloot dat Syrië binnen de tien jaar een vrijhandelsakkoord zou krijgen met de unie. Lula steunde ook de toetreding van Syrië tot de Wereldhandelsorganistatie. Hij bezocht Syrië waarna Bashar al-Assad een rondreis door Zuid-Amerika maakte om de banden met de diaspora aan te halen. In de Braziliaanse hoofdstad Brasilia verkondigde hij dat Brazilië dé leverancier was van voedsel in Syrië.

Reuters Latijns-Amerika bevestigt dat in 2010 80 procent van het bnp van Syrië uit Braziliaanse Syrisch-Libanese privé-investeringen werd gegenereerd. Goed voor in totaal 44 miljoen dollar. Geen wonder als je weet dat 75 procent van de 13 miljoen Syrisch-Libanezen in Brazilië Assad steunt en dat Syrië op dat moment in een economisch crisis zat.

Vandaar dat al-Assad naar Brazilië kwam. De toenadering was meer dan nieuwe markten creëren; ze was strategisch en diende om de multipolaire wereld te promoten en om aan de hand van samenwerking het unilateralisme te breken in de wereld. Het ultieme doel van Brazilië is om een speler op wereldniveau te worden en in de Veiligheidsraad van de VN een zetel te veroveren.

Bevriezing van de relaties onder Dilma

Toen Dilma Rousseff, niet toevallig een ex-bestuurslid van oliemaatschappij Petrobras, in 2011 de macht kreeg, volgde zij een ongewijzigd beleid ten aanzien van Syrië. Vice-president Temer (tweede generatie Syrisch-Libanees) werd verantwoordelijk voor de relaties met het Midden-Oosten. Celso Amorim, minister van Buitenlandse Zaken van Lula, verhuisde naar Defensie.

Toen de Syrische revolutie uitbrak, volgde Dilma in eerste instantie het beleid van de BRIC-landen ten aanzien van Syrië. Later werd haar beleid meer westers georiënteerd en werd er gezocht naar een vreedzame politieke oplossing voor het conflict, samen met de landen van de Mercosul. Het Vrije Syrische Leger werd echter gebrandmerkt als een terroristische organisatie.

Landen als Venezuela, dat deel uitmaakt van de Mercosul, steunde het regime van Assad openlijk. De toon van Dilma werd steeds scherper ten aanzien van het Syrische regime, maar de veroordelingen waren nooit scherp genoeg om de Syrische oppositie openlijk te steunen.

Het idee van Lula was om de Syrisch-Libanese gemeenschap die aan een heropleving bezig was sinds 9/11, te gebruiken als pasmunt om zijn droom van een olie-exporterend land in een multipolaire wereld waar te maken. Maar met de oorlog in Syrië liep de strategie om de banden met het Midden-Oosten aan te halen uit op een sisser.

Lula, die zelfs de olievelden voor de kust (Pré-Sal) wilde ontginnen in samenwerking met het Midden-Oosten, ziet nu de Pré-Sal verkocht aan Repsol, Total en Shell onder president Temer. Hierdoor loopt de Braziliaanse bevolking een financiële kater op, terwijl de reserves gebruikt hadden kunnen worden voor sociale projecten als er eventueel weer een sociaalgezinde regering aan de macht komt in Brazilië. Zoals een echte Syrio-Libanees ligt de nadruk bij president Temer op handel, terwijl bij de PT de nadruk eerder lag op samenwerking met het Midden-Oosten.

Michel Temer opent na consulaat mogelijk ambassade in Damascus

Ondertussen heeft Temer de relaties weer aangehaald met het Syrische regime door begin 2017 een consulaat in Damascus te openen. Er zouden zevenhonderd Brazilianen met dubbele nationaliteit in en rond Damascus wonen, voornamelijk in Wadi An-Nassar en Tartour. In totaal wonen er 1.500 Brazilianen in heel Syrië. Tijdens het conflict werd het consulaat van Brazilië opengehouden door Syriërs en was de diplomatieke staf ondergebracht in de Libanese hoofdstad Beiroet.

Volgens verschillende opiniemakers zoals Oliver Stuenkel (professor Internationale Relaties aan de Fundação Getúlio Vargas) is het bewezen dat Brazilië op dit moment geen buitenlands beleid heeft. Dat kan volgens hem echter wel snel veranderen. Toch is er in de relatie met Syrië veel aan het veranderen. Dat komt omdat president Temer onder Lula en Dilma een voortrekkersrol heeft gespeeld in de toenadering tot het Midden-Oosten.

Het is zelfs mogelijk dat tijdens het presidentschap van Temer er een nieuwe en dus vierde Latijns-Amerikaanse Arabische Koepel (ASPA) komt. Deze koepel dient dan om de Arabische Liga en de Latijns-Amerikaanse landen verder te integreren. Hoewel het er eerder op lijkt dat Temer het al druk genoeg heeft met de binnenlandse politiek van Brazilië en corruptiedossiers tegen zijn persoon te ontlopen.

De ambassade van Brazilië in Syrië zou een belangrijke functie uitvoeren in verband met 1) het hervestigen van vluchtelingen die pro-regime zijn, 2) het afsluiten van contracten voor de heropbouw van Brazilië en 3) de uitbouw van een vredesmissie onder druk van Rusland.

1) Temer wil Syrische vluchtelingen ontvangen die pro-regime zijn

Het wordt er allemaal niet gezelliger op als je weet dat president Temer een Syrische-Libanees van de tweede generatie is en een streep heeft getrokken door de hervestiging van 100.000 Syriërs vanuit de EU in Brazilië, zoals was afgesproken met de Europese Unie onder de regering-Dilma.

Na de ‘impeachment’ van president Dilma was er nog even hoop, omdat Temer zei dat hij voor de verkiezingen van 2018 in Brazilië een vluchtelingendea met Europa zou verwezenlijken. Om hoeveel vluchtelingen het ging was niet duidelijk. Toch blijkt nu volgens verschillende berichten in de media dat hij hiervan is afgestapt. Er zijn echter ook berichten geweest dat hij rechtstreeks met het regime van al-Assad onderhandelt om pro-regimevluchtelingen naar Brazilië te halen.

2) Brazilië aast op contracten voor de heropbouw van Syrië

Nu blijkt dat het Syrische regime het conflict zal winnen, aast de Braziliaanse minister van Buitenlandse Zaken, Aloysio Nunos, op contracten om Syrië herop te bouwen. Toch zal het veel concurrentie ondervinden van landen als Iran, Rusland en China, omdat die een hechtere band met Syrië hebben.

Brazilië, dat zich onder Dilma openlijk uitsprak tegen het Syrische regime, wordt door Damascus nog steeds als een partner gezien. De reden hiervoor is dat het nooit de Syrische oppositie heeft gesteund. Het Vrije Syrische Leger (FSA) was voor de Braziliaanse overheid een terroristische organisatie. Ondertussen is vanuit Syrië verschillende keren aan de Braziliaanse overheid gevraagd om medicamenten te leveren. Brazilië staat erom bekend generische geneesmiddelen van goede kwaliteit te produceren.

Het zal niet makkelijk worden voor Brazilië om deel te nemen aan de wederopbouw van Syrië, omdat Brazilië daarvoor geld zal moeten lenen van de VS, die juist een handelsembargo hebben ingesteld tegen Syrië. De Brazilianen zouden graag samenwerken op het gebied van transport en infrastructuur. En ondertussen is er al sprake van dat enkele bedrijven het voortouw hebben genomen. Zo is er bijvoorbeeld een Braziliaanse zeepfabriek geopend in Aleppo.

3) Moskou eist dat Brazilië een troepenmacht naar Syrië stuurt

Midden 2017 bevestigde de Russische president Poetin dat Brazilië een voorkeursland is van Rusland. Daaraan voegde Rusland toe dat als de vredesmissie (MINUSTA) in Haïti in september 2017  afloopt, een vredesmissie in Syrië welkom is. Er bestond namelijk een plan om drie bevrijde regio’s (bevrijd van het regime) te laten bewaken door Braziliaanse vredestroepen.

De eis van Rusland werd beantwoord door de minister van Defensie van Brazilië, Raul Jungmann, met een njet omdat Brazilië trouw wil blijven aan het kader van de VN. Het zal een nieuwe vredesmissie opstarten als dat gevraagd wordt door de VN. De belangrijkste landen die geciteerd worden als mogelijke bestemmingen van de vredesmissie zijn Libanon, omdat daar al troepen van Brazilië zijn, en de Centraal Afrikaanse Republiek, omdat daar een hoge nood aan vredestroepen is. Er wordt openlijk gesproken over het feit dat de volgende missie van Brazilië een hoger risico op slachtoffers zal hebben. Brazilië moet er, volgens minister van Defensie Raul Jungmann, stilaan aan beginnen te wennen dat ‘collateral damage’ bestaat.

De vraag is nu of president Temer in zijn opzet zal slagen om een graantje mee te pikken van het Syrische conflict en de wederopbouw van het land. Duidelijk is dat president Temer de sleutelfiguur is voor het beleid tussen Brazilië en Syrië.

Willemjan is blogger en fotograaf. Bekijk zijn werk op Facebook en zijn website.

reageren

meer conSentido (zin)

meer Nieuws

meer Brazilië