De vrijdagavond van de Antilliaanse Feesten was nog nooit zo druk als dit jaar. Op 9 augustus bezochten ruim 20.000 mensen het grootste Caribische festival van Europa en daarmee bewijzen de Antilliaanse Feesten blijvend een groot publiek aan te spreken. Dat op vrijdagavond Daddy ‘la Gasolina’ Yankee als hoofdact optrad, had zeker met het succes van dit jaar te maken. Het recordaantal bezoekers bewijst ook maar weer dat het nog immer groeiende genre van de Caraïben, de reggaeton, ook in de Lage Landen nog steeds aan een opmars bezig is.
Voor de salsaliefhebbers moet Orquesta Guayacán op vrijdagavond een hoogtepunt geweest zijn, getuige verschillende reacties van de gelukkigen die daarbij waren. Wij konden alleen de zaterdag komen, waar het weer direct duidelijk werd dat de Antilliaanse Feesten veel te leuk zijn om maar één dag bij aanwezig te zijn. Op zaterdag stond Jimmy Saa geprogrammeerd, ook zeker geen lichtgewicht in de Colombiaanse salsawereld. Na jarenlang bij Grupo Niche te hebben gezongen is Saa bezig van zijn solocarrière een succes te maken. Zijn nummers waren goed, de begeleidende band was uitstekend, maar Jimmy Saa zelf leek zich er wat gemakkelijk vanaf te willen maken. Misschien was zijn stem niet in topconditie, of wordt hij toch een dagje ouder maar hij maakte niet zoveel indruk als bijvoorbeeld zijn vriend en collega Yuri Buenaventura op de Antilliaanse Feesten van 2011. Deze laatste kwam als verrassing nog even bij Saa het podium op, omhelsde zijn oude makker, zong een paar regels van zijn befaamde versie van ‘Ne me quitte pas’ en vertrok net zo snel als hij gekomen was.
Zoals op eerdere edities ingezet, is de trend om de mooiste vrouwen uit het publiek op het podium te vragen om hun beste dansmoves te vertonen nog in volle gang en ook dit weekend stond vaak halverwege een optreden een rijtje wulps bewegende meisjes vooraan om het joelende publiek te vermaken. De ene artiest pakt dit vrolijker aan dan de andere, en meestal leidt zo’n sessie tot hilariteit bij het publiek, en een enkele keer tot plaatsvervangende schaamte. Zo niet bij de jongens van Staff des Leaders, waar de enthousiaste voorganger na eerst uitgebreid zijn eigen danskunsten getoond te hebben er een swingende show van maakt zonder de meisjes direct op de grond te laten liggen.
En, wel zo rechtvaardig, voor het enige vrouwelijke bandlid komen er vijf mooie jongens het podium op om te laten zien dat op de Antilliaanse Feesten ook de mannen graag dansen en bekeken worden.
De jongens van Charanga Habanera pakten het minder jolig aan; zij zijn bloedserieus in hun zeer suggestieve dansact. Ze spelen ondanks de naam doet vermoeden eigenlijk geen Charanga – het traditionele Cubaanse genre dat met fluit en viool gespeeld wordt – maar Timba, het populaire energieke Cubaanse salsagenre dat gepaard gaat met snelle melodieën en flink aanwezige baslijnen. De drukke Timba van Charanga’s mannen wordt geleid door David Calzado, al jaren de bandleider van de groep. Voor hem staan vijf jonge mannen, hun gespierde lijven strak in de weinig verhullende outfits gestoken en met opvallende zonnebrillen op hun kort gekapte hoofden. De jongens kunnen allemaal zingen, dat is zeker, maar uitbundig dansen is minstens zo belangrijk vindt ook het publiek, dat in de eerste vijf rijen vooral uit uitzinnige Cubanen bestaat. De vrouwen schreeuwen en vormen hartjes van hun handen om duidelijk te maken hoe gecharmeerd ze zijn van de leden van de groep.
Een heel ander optreden, net zo energiek maar met een gemiddelde podiumleeftijd die dubbel zo hoog ligt, komt van de zoukpioniers van Kassav’. Opvallend is dat de al decennia lang bestaande groep uit de Franse Antillen op geen enkele manier een versleten indruk maakt, maar juist nog volop in het leven blijkt te staan en een overvolle tent compleet uit zijn dank laat gaan. Iedereen danst en zingt mee, al helemaal als – helemaal aan het einde van het optreden – de gouden oude megahit Zouk la sé sel médikaman nou ni ten gehore wordt gebracht. Het publiek barst in een gezamenlijk gejoel en uitbundig gedans uit, zeker een hoogtepunt van de zaterdag.
Duidelijk ik dat het publiek vooral komt om los te gaan bij energieke shows, waarbij springen, dansen, joelen en op het podium klimmen allemaal geoorloofd is, en de programmering is hier duidelijk op aangepast. Bijgevolg staan sommige rustigere acts soms voor een halfvolle zaal te spelen, terwijl een au naturel salsa- of bachata-optreden voor de liefhebber juist een verademing kan zijn.
Het publiek blijft boven alles een van de vermakelijkste aspecten van het festival, in al haar kleuren, soorten, maten, leeftijden en nationaliteiten en dat allemaal zó gemoedelijk op die paar Belgische hectaren grond. Menig ander festival zou er een voorbeeld aan kunnen nemen. Gelukkig blijven de Antilliaanse Feesten onverminderd populair, waardoor inmiddels is vastgelegd dat ze volgend jaar weer doorgaan. Wij zijn er weer bij!
Kijk hier voor onze fotoreportage van de Antilliaanse Feesten!
reageren