De laatste mode op sociale media, waarbij je een foto van jezelf van tien jaar geleden naast een van vandaag plaatst, leverde interessante lezingen van de werkelijkheid op. We zagen een digitale wereldbevolking die grotere verhalen vertelt. In Latijns-Amerika ging grote ongerustheid uit naar volgende thema’s: sociaal-ecologische conflicten beslecht in het voordeel van de machtigen, de kwetsbare vrede in Colombia en de penibele toestand van meisjes- en vrouwenrechten.
Het jaar begon moeilijk, en met iets te veel Trump, maar (re)acties voor verandering lieten niet op zich wachten. Hoop en kracht liggen in Latijns-Amerika (historisch) bij sociale organisaties en heel veel individuele mensen.
Waar een foto van het ijsvrije water in de Noordpool de opwarming van de aarde voor de noordelijke helft van de aarde verbeeldt, biedt de verwoesting van het Amazonewoud de afgelopen tien jaar de foto voor het zuidelijk halfrond.
In het Amazonewoud geen eenzaam uitgehongerde ijsberen om ons te overtuigen van de dringendheid van het klimaatprobleem. Het kappen van het Amazonewoud heeft niet alleen effect op de opwarming van de aarde en zo het overleven van ons allemaal; inheemse volken zien hun manier van leven en uiteindelijk hun overleven direct bedreigd. Volgens de VN is respecteren van landrechten van de inheemse volken van cruciaal belang om de strijd tegen de klimaatverandering te winnen.
De ontginningskoorts en het effect daarvan op natuurlijke rijkdommen toont overigens door heel het continent foto’s van kale boomstammen en diepe putten waar ooit nog bomen en meren waren.
De #10yearschallenge in Latijns-Amerika blikt terug op natuurlijke verwoesting. In Brazilië kijkt de wereld vandaag vooral angstig vooruit. Milieuvoorvechters en academici voorspellen dat het aantreden van de nieuwe Braziliaanse president, Jair Bolsonaro, nefaste gevolgen zal hebben voor de fotocollage van het Amazonewoud.
Bolsonaro kon met zijn homofobe en racistische discours op veel internationale media-aandacht rekenen. De aangekondigde tragedie rolt zich ondertussen uit. De aanvallen op inheemse activisten en LGBT-personen gingen sinds de ex-militair op de voorgrond trad de lucht in. De verdere verwoesting van het Amazonewoud is met maatregelen, die Bolsonaro als ware het een waarschuwing meteen de eerste dag in zijn ambt nam, dreigend nabij. Zo bracht Bolsonaro op 1 januari met een presidentieel decreet verantwoordelijkheden van het ministerie van milieu en het federale overheidsagentschap belast met inheemse aangelegenheden (FUNAI) over naar het ministerie van landbouw, gecontroleerd door de machtige lobby van de landbouwindustrie.
Bolsonaro legde op 1 januari glunderend de eed af. Hij zei ‘schadelijke ideologieën te bevechten die waarden, tradities en families vernietigen, misdadigers verdedigen en de politie criminaliseren’. Academici en commentatoren waarschuwen van hun kant voor zware druk op de democratie van het grootste Zuid-Amerikaanse land.
In Venezuela is de teloorgang van de democratie al enkele jaren een feit, zij het minder en minder een nieuwsfeit. Na de sterk gecontesteerde herverkiezing van Nicolas Maduro in mei vorig jaar verzwakte de media-aandacht voor het politiek, sociaal en economisch wegglijdende Zuid-Amerikaanse land in 2018 weer. De hongerlijdende bevolking verzwakte de straatdruk op het regime. Het land leek een straat zonder protest en een einde voor het Venezolaanse volk.
Hier kwam in het prille begin van januari verandering in, in de personificatie van de nieuwe voorzitter van het door Maduro buitenspel gezette parlement. De vijfendertigjarige Juan Guaidó riep zichzelf uit als interim-president. Zo blies hij de oppositie nieuw leven in en gaf de Venezolaanse bevolking opnieuw hoop op een uitweg. De internationale pers was terug geïnteresseerd. De internationale gemeenschap koos een kant; met in het achterhoofd geopolitieke berekening over het land met de grootste oliereserve wereldwijd.
Gelijkaardige bezorgdheid over de stand van de democratie in het continent houdt dit jaar aan in Nicaragua, Honduras en Guatemala. In Nicaragua werd protest tegen hervormingen in het systeem van sociale zekerheid met repressie onthaald door de ordetroepen. De verontwaardiging over de repressie tegen manifestanten en de dictatoriale trekken van president Ortega en zijn vrouw en vice-president Rosario Murillo bracht een bredere protestbeweging op gang. Het vervolg: meer repressie met volgens uiteenlopende bronnen tussen de driehonderd en vierhonderd doden, politieke gevangenen en aanvallen op de vrije pers.
In Honduras was het falende onderzoek in het proces naar de moord op milieuactiviste Berta Cáceres tekenend voor het falen van de democratie en corruptie in het land.
Corruptie, een tekenend woord van de afgelopen jaren in Latijns-Amerika. In de naweeën van het Odebrecht-schandaal blijven Latijns-Amerikanen strijd leveren tegen corrupte machthebbers. In Guatemala wees president Jimmy Morales begin dit jaar de internationale VN-commissie tegen straffeloosheid (afgekort CICIG in het Spaans) de deur.
In Colombia bood de #10yearchallenge even een positieve kijk op het land. Foto’s van ex-FARC-leden van vóór het vredesakkoord en met oorlogsattributen deden de ronde naast foto’s van diezelfde ex-guerrillero’s ná het vredesakkoord, als burgers, hoopvol en lachend. In 2016 beschreef ik op MO*.be het vredesakkoord in Colombia hoopvol en als mijn favoriete nieuws uit 2016. Vandaag is de realiteit – zoals realistisch voorspeld – moeilijk, en minder hoopvol dan verwacht.
Nadat Manuel Santos in 2017 de Nobelprijs van de Vrede won voor de vredesonderhandelingen met de oudste guerrillabeweging van het continent, trad in augustus vorig jaar een president aan met minder vrede op zijn cv. Iván Duque maakt als erfgenaam van Alvaro Uribe deel uit van die kant van het politieke bestel dat tegen het vredesakkoord is, en een militaire uitweg naar voren schuift. Een machtswisseling van vrede op oorlog.
Sinds Duque aan de macht is verscherpt een andere realiteit in het Zuid-Amerikaanse land. Volgens het Instituut van Studies voor Ontwikkeling en de Vrede (Indezpaz) zijn er tijdens de eerste honderd dagen van Duques presidentschap 140 sociale leiders vermoord. Volgens Front Line Defenders (FLD) is Colombia met 126 vermoorde gemeenschapsleiders in 2018 het gevaarlijkste land wereldwijd voor mensenrechtenvoorvechters. Sociale activisten in gebieden waar voorheen de FARC opereerde, en de staat een vacuüm liet, zijn extra kwetsbaar. Maar FLD ziet in de verscherping van het geweld ook een regionale trend van stigmatisatie van mensenrechtenverdedigers.
De #10yearchallenge van de meer dan driehonderd sociale leiders die sinds het vredesakkoord met de FARC in Colombia vermoord zijn is grimmig. Ook wat komt voorspelt een zwarte pagina te zijn in de postconflictperiode van het Zuid-Amerikaanse land. Colombia zette de eerste zes dagen van het jaar in met een vermoorde sociale leider per dag. Deze mannen en vrouwen zijn de verdedigers van mensenrechten, eerlijke landherverdeling, de beschermers van land en natuur tegen multinationals, en zijn niet in het minst de vurigste verdedigers van de vrede. Met regionale verkiezingen in het vooruitzicht ziet de toekomst van deze vredeverdedigers er niet rooskleurig uit.
De schrik zat er bij dat deel van Colombia dat in de vrede gelooft al dik in toen begin dit jaar in de politieschool in Bogotá een autobom ontplofte. Minder dan angst voor de bom vreesden ze wat deze bom betekent voor opnieuw een ingang in een discours van oorlog.
In Peru begon het jaar met eenzelfde gewelddadige systematiek, maar dan tegen vrouwen. In 2018 vonden er 147 ‘feminicides’ plaats, een stijging van 21 procent tegenover 2017 en het hoogste aantal sinds 2009. Deze 147 vrouwen lieten 140 kinderen achter. Tijdens de eerste dagen van het jaar vonden in het Zuid-Amerikaanse land in minder dan een week vier feminicides plaats. Feministen kwamen op 10 januari in het zwart hun huis uit. Hun roep blijft ook in 2019 verder schreeuwen: #NosEstanMatando, #ZeZijnOnsAanHetUitmoorden. Op 1 januari luidde Peru het jaar in met een haatmoord van een vader op zijn homoseksuele zoon.
De penibele situatie van genderrechten in Peru kent zijn gelijke in andere Latijns-Amerikaanse landen. Maar ook de strijdbare reactie op het geweld vertaalt zich in een continentale protestbeweging die sinds enkele jaren opkomt tegen gendergeweld.
De Peruaanse overheid verklaarde 2019 als het jaar van de strijd tegen de corruptie en de straffeloosheid. Vanuit het feministisch deel van de maatschappij komt het verzoek om hier de strijd tegen gendergeweld als ander structureel probleem aan toe te voegen.
Terug naar Brazilië staan ook daar met het aantreden van Bolsonaro en zijn militair en evangelisch getint ministerteam genderrechten op de helling. Een artikel in de New York Times kopte op 29 december het nieuwe jaar tekenend in met: Gay Couples Rush to Wed Before Brazil’s New President Takes Office.
In 2018 reageerde de wereld boos en verdrietig toen aan het licht kwam dat de Trump-regering aan de grens Centraal-Amerikaanse kinderen en –baby’s van migranten van hun ouders scheidde en opsloot.
Ondertussen dreef Trump de vluchtelingensituatie bij de grootste grensoversteek wereldwijd verder op de spits. De president stortte zich op de zogenaamde ‘migrantenkaravaans’ die vanuit Honduras door Guatemala en Mexico naar de VS trekken. Dit gezamenlijk noordwaarts trekken van Centraal-Amerikanen was al enkele jaren een methode om ‘samen-sterk’ het gevaarlijke traject richting de VS af te leggen. Trump zag er een handige hyperbool in om paniek te zaaien bij zijn achterban. Militaire troepen namen hun plaats in aan de grens en Centraal-Amerikaanse vluchtelingen moesten hun asielprocedure afwachten op Mexicaanse bodem.
Volgens het Washington Office on Latin America (WOLA) is de realiteit aan de grens volstrekt anders dan hoe Trump zijn achterban doet geloven. Er worden aantoonbaar minder Centraal-Amerikanen die illegaal de grens oversteken gevat dan voorheen. Het aantal kinderen en families dat asiel aanvraagt daarentegen steeg. De grenscrisis van de VS is eigenlijk een Centraal-Amerikaanse humanitaire crisis. Een #10YearsChallange zou vandaag families uit Honduras, El Salvador en Guatemala tonen die uit de Noordelijke Driehoek dodelijk geweld, snijdende armoede en een corrupt bestuur ontvluchten waar het voorheen vooral mannen op zoek naar werk waren. Meer en meer Centraal-Amerikanen ontvluchtten bovendien hun thuis richting noorden omwille van honger. Het gaat hier om een onderbelicht probleem van klimaatopwarming als oorzaak voor migratie.
En er kwam een nieuwe verplaatsing van vluchtelingen bij op Centraal-Amerikaanse bodem. Nicaraguanen achternagezeten door de geheime dienst van Ortega vluchtten de grens over naar Costa Rica. In juli al vroeg de Costa-Ricaanse vicepresident Epsy Campbell hulp aan internationale organisaties om het stijgend aantal Nicaraguanen op de vlucht te kunnen opvangen. In juli vorig jaar hadden volgens de VN 23.000 Nicaraguanen in Costa Rica een vluchtelingenstatus aangevraagd.
Het Venezolaanse vluchtelingenverhaal, dat al enkele jaren in de maak was, breidde in 2018 verder uit. Venezolanen zagen geen andere uitweg dan hun land achter te laten. Volgens cijfers van de VN hadden eind 2018 meer dan 3 miljoen Venezolanen hun land verlaten op zoek naar (beter) leven. Waar Venezolanen eerst nog met het vliegtuig of de bus vertrokken, trok deze exodus nu ook te voet Colombia door, en verder zuidwaarts. Zo werd het veranderende vervoermiddel – per vliegtuig, bus, te voet – een meting voor economische rampspoed.
De Venezolaanse exodus vertelt een verhaal van amnesie. In de vorige eeuw vonden economische migranten, bannelingen van militaire dictaturen en andere vluchtelingen een welkom thuis in Venezuela. Vandaag herhaalt zich in Latijns-Amerika een trieste trend. Regeringen van Zuid-Amerikaanse landen zoals Ecuador en Peru hielpen middels gesloten grenzen en paspoortcontroles een xenofoob discours op gang dat gehoor vond bij hun bevolking.
De uitdaging van deze jaarovergang is hoop te vinden in een continent dat het moeilijk heeft. Er beweegt wel degelijk van alles in de Latijns-Amerikaanse regio. Kleine, maar betekenisvolle, acties bestaan naast luid protest op straten en pleinen.
Het jaar 2018 laat in het prille 2019 machtswisselingen – of het uitblijven hiervan – na, die grote druk zetten op mensenrechten en democratieën in Latijns-Amerika. Er ligt symboliek in het feit dat het continent het jaar begon met de eedaflegging van twee uiterst polemische presidenten.
In Brazilië heette Bolsonaro op 1 januari met zijn eedaflegging het nieuwe jaar welkom. In Venezuela begon Maduro op 10 januari aan zijn tweede ambtstermijn – na zeer omstreden verkiezingen.
Als reactie op de kandidatuur van Bolsonaro ontstond vorig jaar de #ElaNao-beweging. Vrouwen kwamen op sociale media en op straat bezorgd op voor hun hard bevochten (gender)rechten met de roep #HijNiet.
Ook Braziliaanse en internationale milieuactivisten zijn op hun hoede. Dit is geen ijdele hoop. Een gewaarschuwd mensenrechtenverdediger telt voor twee. En de kritische journalistiek op het continent draagt zijn steentje bij. Meer dan 25 gedrukte en digitale media in Latijns-Amerika willen dit jaar samenwerken om te onthullen welke economische groepen verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van het milieu en de klimaatverandering.
Zoals fotograaf Edu Leon, die de Venezolaanse diaspora vastlegt, in Ecuador vaststelt met Venezolaanse vluchtelingen: waar nationale overheden tekortschieten, tonen mensen hun verantwoordelijkheid en empathie. Ook aan de zuidgrens van VS met Mexico tonen lokale inwoners hun solidariteit met migranten met acties en protest tegen de grensmuur van president Trump.
In Ecuador bespreekt het Congres momenteel de decriminalisering van abortus in het geval van verkrachting. Dat dit anno 2019 nog bevochten moet worden is op zich al om te huilen. Maar de groene golf van feministisch Argentinië, strijdend voor de legalisering van abortus, bracht iets teweeg in de rest van het continent. Feministen leiden er niet enkel de strijd voor vrouwenrechten en gendergelijkheid; ze staan voor mensenrechten en laten van zich horen. Hun sociale rol zal ook komend jaar op de voorgrond treden.
Kleine en betekenisvolle, sociaal-artistieke projecten geven een gezicht aan zij, die er niet meer zijn. Zo post het Instagramaccount No Estamos Todas (‘We zijn er niet allemaal’) tekeningen van meisjes en vrouwen die het leven lieten als gevolg van machogeweld. Het project Postales para la Memoria (‘Ansichtkaarten voor de herinnering’) wil met ansichtkaarten vermoorde sociale leiders een gezicht geven en hun sleutelrol van de vergetelheid redden. Deze kleine acties worden aangevuld door straatacties.
In Colombia komt een wakkere maatschappij de straat op ter verdediging van vermoorde gemeenschapsleiders in alle uithoeken van het land. Straatprotest zorgde er voor dat de openbaar aanklager begin dit jaar eindelijk toegaf dat de moorden op sociale leiders in postconflict Colombia systematisch zijn. Dit is bijna 491 slachtoffers, die tussen januari 2016 en december 2018 vermoord zijn, te laat, klinkt het bij Colombianen bezorgd om deze realiteit.
Langs feministische kant zullen op 8 maart steden door heel het continent weer een voorbeeld zijn voor feministen in de wereld en hun collectieve acties.
Waar ligt de hoop van Latijns-Amerika in 2019? In de acties van individuen die collectief opkomen voor waar ze in geloven en autoritaire en corrupte machthebbers, een patriarchaal systeem of oorlogsdrang tegenstand bieden.
De straat is in Latijns-Amerika historisch een plaats voor protest. Presidenten zijn er afgezet of een helikopter ingejaagd. Vandaag geven sociale media en alternatieve online media (straat)protest een extra duwtje in de rug. Protestacties vinden deelnemers via Facebook en kritische internetmedia bieden een plaats voor reflectie in een soms eenduidig of kritiekloos medialandschap.
Deze lezing van Latijns-Amerikaans verzet zal nog meer nodig zijn in een 2019 dat negatieve krantenkoppen aankondigt. Nelson Cárdenas, een fotograaf uit Bogotá, legt in een column op het internetplatform Las Dos Orillas de toekomst van zijn land in vrede bij Colombiaanse activisten en burgerorganisaties: ‘De vrede is van ons, want de oorlog en zijn gevolgen zijn het ook geweest.’
Drie beelden doen op sociale media de ronde en tonen bij aanvang van dit jaar een bevolking die recht staat. Maduro kan nog op steun rekenen van een deel van de bevolking, en belangrijker kopstukken van het leger. Toch slaan nu ook Venezolanen uit armere wijken, die Maduro voorheen misschien nog steunden uit loyaliteit aan zijn overleden voorganger Hugo Chávez, mee op potten en pannen om Maduro naar buiten te joelen. In Ecuador stonden feministen op tegen gendergeweld, maar ook tegen xenofobie. Nadat er een volkswoede ontstond tegen alle Venezolanen in het straatbeeld, omdat een Venezolaanse burger zijn Ecuadoraanse vriendin doodstak klonk het: ‘Wees gechoqueerd, maar choqueer u over het feit dat in Ecuador iedere drie dagen een vrouw het leven laat als gevolg van machogeweld. Machogeweld kent geen nationaliteit.’ In Brazilië leiden inheemse gemeenschappen straatprotest tegen de maatregelen van Bolsonaro, die hun overleven in gevaar brengt. In Guatemala kon de zet van Morales om corruptieonderzoek te ondermijnen op artistieke acties en straatprotest rekenen door een bevolking die in 2015 ook al een corrupte president deed aftreden.
Deze greep uit een wereld aan verhalen toont waar in 2019 de hoop voor Latijns-Amerika ligt. Reacties van sociale organisaties, inheemse groepen, boerenorganisaties, studentenverenigingen, feministische collectieven en heel veel individuele burgers, die generaties en klassen overstijgen, laten dit jaar van zich horen. Wij doen ons best hen in 2019 in Latijns-Amerika-centrum Mundana en Latijns-Amerika-tijdschrift conSentio een podium te geven.
reageren