Recensie van De christus van Elqui van Hernán Rivera Letelier
Eerder verschenen in De Leeswolf 6 (2012): 378-379
‘Alleen de Schepper heeft de macht doden tot leven te wekken’, zegt Domingo, alias de christus van Elqui, tegen een paar mijnwerkers die komen aangesjouwd met het levenloze lichaam van een van hun kameraden. Na lang aandringen stemt de amateurprediker toe een poging te ondernemen om de dode door middel van zijn gebeden te reanimeren. Wanneer de dode een vinger beweegt, kunnen zijn kameraden hun lach niet meer inhouden en beseft Domingo dat hij net in het ootje genomen is door een stel drinkebroers.
Met deze hilarische scène opent De christus van Elqui van de Chileen Hernán Rivera Letelier (°1950). Rivera won met die roman de Premio Alfaguara, een van de meest ruchtbare en riante literaire prijzen in de Spaanstalige wereld. Na De filmvertelster is De christus van Elqui Rivera’s tweede boek dat in het Nederlands vertaald werd. Terwijl de oorspronkelijke titel El arte de la resurrección (lett. ‘De kunst van de verrijzenis’) luidt, werd de Nederlandstalige versie vernoemd naar de bijnaam van het hoofdpersonage. Wie weet vreesde men dat bij het behouden van de originele titel een aantal verstrooide kopers de boekenwinkel had verlaten in de overtuiging dat ze zich geen roman, maar een spiritueel zelfhulpboek hadden aangeschaft. Maar misschien was dat net de beste reden om die titel wél in ere te houden. Bovendien verwijst ‘De kunst van de verrijzenis’niet alleen naar de openingsscène, maar kun je die titel ook lezen als een metafoor voor het metier van de romancier. Want de ware romancier schrijft vanuit de overtuiging dat de doden ― het verleden ― tot leven wekken niet het alleenrecht van de Schepper is. De ware romancier durft God uit te dagen door te pretenderen dat ook hij de kunst van de verrijzenis verstaat.
En Rivera verstaat die: met veel humor en verbeelding reanimeert hij Domingo Zárate Vega, een figuur die (zoals elk romanpersonage in zekere mate) ooit echt bestaan heeft. Domingo heeft het licht gezien en schuimt Chili in alle windrichtingen af om de blijde boodschap te verkondigen. Met wisselend succes: hij wordt even vaak uitgelachen als aanbeden. Op een van zijn pelgrimstochten komt hem het verhaal ter ore van ene Magalena, ‘een hoer die niet alleen een kei is in haar beroep, maar ook bijna een heilige’. Vastberaden de devote prostituee tot zijn trouwstee discipel te maken, zet de christus van Elqui koers richting de onherbergzame Atacama-woestijn, alwaar de vrouw in een godvergeten mijnkamp met veel toewijding het oudste beroep ter wereld uitoefent. De profeet bereikt het kamp precies op het moment dat er onder de mijnwerkers een staking uitbreekt. Zijn komst verhit uiteraard de gemoederen.
Op een teaser op de cover van De christus van Elqui wordt de roman vergeleken met de verhalen van Gabriel García Márquez. Voor een keer houdt deze verkoopstruc, die te pas en te onpas op Latijns-Amerikaanse romans wordt geplakt, ook echt steek. Net als García Márquez’ Honderd jaar eenzaamheid bulkt Rivera’s boek van de excentrieke personages en gebeurtenissen, zoals daar zijn: een hoer die knielt voor een Mariabeeld alvorens tot de daad over te gaan, een halvegare die als een bezetene de woestijn bezemt en een nieuwe Messias die het celibaat vrolijk aan zijn laars lapt. Maar ook qua verteltechniek heeft Rivera een en ander geleerd van Gabo, bijvoorbeeld het middenin de zin doen verspringen van het vertelperspectief, een kunstgreep die de grootmeester aanwendde in De herfst van de patriarch.
Afgezien van de betwistbare titelverandering, valt er op de vertaling weinig aan te merken. Chili is in de eerste plaats een land van dichters (het volstaat om aan de twee grootsten te denken: Pablo Neruda en Nicanor Parra), en dat maakt dat ook Chileense romans vaak een hoog poëtisch gehalte hebben. In het geval van Roberto Bolaño uit zich dat bijvoorbeeld in magnifieke beelden en metaforen. Rivera is dan weer iemand die bewust alliteraties en zeldzame woorden opzoekt. Verder is zijn stijl er een van lange, elegante en complexe zinnen ― allemaal geen sinecure voor een vertaler, maar M. Vanderzee slaagde erin om dat alles ook in het Nederlands vloeiend te laten klinken.
Wie zweert bij de stereotiepe, lichtjes magisch-realistische Latijns-Amerikaanse roman, zal zich zeker lavenaan De christus van Elqui, een boek dat qua literair gehalte ruimschoots het niveau overstijgt van de aftreksels van de doorsnee García Márquez-discipel. Maar wie stilaan op zoek is naar iets anders, riskeert na een honderdtal pagina’s al verzadigd te zijn van zoveel pittoreske personages, buitensporige fratsen en al te versierde zinnen.
Rivera Letelier, Hernán
2012 De christus van Elqui. Utrecht: Signatuur.
reageren