El Clan draait vanaf 14 april in de Nederlandse bioscopen.
Dertig jaar na de sensationele arrestatie van Arquímedes Puccio; hoofd van een gegoed middenklassegezin dat handelde in het ontvoeren en vermoorden van de rijken, is de film die dit verhaal voor het eerst op het grote doek vertelt, een ongekende kaskraker in thuisland Argentinië. El Clan gooide hoge ogen in het festivalcircuit, met de prijs voor beste regie in Venetië.
Onzekere tijden; begin jaren tachtig in Argentinië, waar de eerste jaren van herstellende democratie waren aangebroken. Na bijna tien jaar militaire dictatuur, waarin duizenden de dood vonden en vele tienduizenden tegenstanders ‘verdwenen’, werd een democratische regering aangesteld. Het duurde echter even voordat de eerste verantwoordelijken terecht gesteld werden. Jorge Videla, leider van de militaire junta, werd in 1985 veroordeeld en overleed in 2013 in de gevangenis. In datzelfde jaar overleed ook Arquímedes Puccio, die net als zijn vroegere baas in 1985 werd opgepakt en veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Puccio, een voormalig medewerker van de geheime dienst van het regime, wist zich in de eerste ‘vrije’ jaren werkloos en zonder bescherming. Zijn jarenlange ervaring met ontvoeringen en verdwijningen besloot hij in te zetten voor zijn eigen handeltje: met behulp van zijn zoons kidnapte en vermoordde hij rijke buurtgenoten om via de families losgeld vrij te krijgen.
De Argentijnse regisseur Pablo Trapero zag het waargebeurde verhaal van de Puccio-familie al jaren liggen, wachtend tot iemand het zou verfilmen. Dat besloot hij zelf te zijn. De keuzes die Trapero heeft gemaakt maken van de toch al spectaculaire geschiedenis, een rillingen veroorzakende thriller en zedenschets van de hogere klassen in post-dictatoriaal Argentinië. Hij koos ervoor te focussen op het gezinsleven van de Puccio’s en de verstoorde relatie tussen vader Arquímedes en zijn kinderen, in het bijzonder de door twijfels verscheurde oudste zoon Alejandro. Trapero stelde de vooral als komisch acteur bekende Guillermo Francella aan in de rol van ijskoude pater familias; een verziekt product van de dictatoriale jaren, die de aangeleerde machtsstructuren van de junta in zijn gezinsleven incorporeert. De kracht van de film ligt in de manier van vertellen en de in detail uitgebeelde sfeer die in alles de vroege jaren tachtig ademt, in haar schijnbare optimisme. De personages en retro-aankleding van de huizen zien er fantastisch uit en de soundtrack met popmuziek uit de jaren zeventig en tachtig is geweldig. Deze stijlmiddelen worden confronterend ingezet door de gruweldaden die gepleegd worden af te wisselen met scenes van vrolijk drankgelag of liefdevol samenzijn. Dit grote contrast werkt op een ‘Reservoir Dogs’-achtig niveau (de schok van geweld op die manier in beeld brengen) maar belichaamt ook de schone schijn van de elites en het ongeloof dat veel Argentijnen voelden toen de Puccio-familie ontmaskerd werd.
Dat brengt ons op de ongemakkelijke boodschap van de film en deze zwarte geschiedenis: het kwaad heeft vele alledaagse gezichten, poetst ook zijn tanden, masseert de schouders van zijn vrouw en veegt netjes elke ochtend zijn stoepje; en kan dus zomaar naast u wonen. Die alledaagsheid maakt het zo verontrustend – in combinatie met wegkijkende familieleden en opportunistische regeringen die ongeacht de vorm gevormd worden door dezelfde pionnen uit dezelfde milieus. Geruststelling dat zoiets nooit meer zal gebeuren ontbreekt maar Trapero heeft met El Clan een indrukwekkende en onderhoudende poging gedaan de waarheid nog eens goed onder ogen te zien.
reageren