Vijf jaar lang lag bij het Internationaal Strafhof de zaak van Bolivia tegen Chili om opnieuw onderhandelingen te starten over toegang tot de havens van Chili en misschien zelfs een eigen haven voor Bolivia. Die zaak lijkt nu afgeketst voor Bolivia. Het is nu tijd om op zoek te gaan naar buren die welwillender zijn, betoogt Adinde Schoorl.
Een paar maanden geleden schreef ik voor conSentido over Bolivia en de zaak tegen Chili die bij het Internationaal Strafhof in Den Haag ligt. Het doel van Bolivia was om te onderhandelen over een toegang tot de zee. Op 1 oktober was er dan eindelijk een uitspraak van het VN-hof. Nog even de feiten op een rij: waar ging de zaak tussen de twee landen ook alweer precies over?
Bolivia verloor haar kust en dus de toegang tot zee na de oorlog en een verdrag met Chili in 1904. Door de jaren heen heeft de Boliviaanse regering geprobeerd te onderhandelen met Chili over een toegang, die ze overigens nu al wel hebben maar alleen tegen betaling. Sinds vijf jaar ligt de zaak bij het Internationaal Strafhof en de enige taak die het hof had, was om te bepalen of Chili verplicht is tot hernieuwde onderhandelingen over een toegang en misschien zelfs een eigen haven voor Bolivia.
Chileense reactie in de media: Bolivia verspilt energie
Het simpele antwoord van de VN-jury op 1 oktober was: ‘nee’. Op alle acht argumenten van de Boliviaanse regering is met twaalf negatieve stemmen en drie positieve stemmen gestemd en daarmee is het een uitgemaakte zaak: Chili heeft geen enkele verplichting tot onderhandelen met Bolivia over toegang tot de zee. Bolivia heeft daarmee niet alleen de zaak voor een internationaal strafhof verloren maar ook de goodwill van de Chileense regering om ooit tot een akkoord te komen. Na de uitspraak bracht Chili direct via de media naar buiten dat het land het betreurt dat Bolivia vijf jaar heeft verspild aan juridisch getouwtrek, in plaats van te investeren in een goede verstandhouding. Chileense functionarissen voegden daaraan toe sowieso niet bereid te zijn met de regering van Morales te onderhandelen vanwege zijn omstreden plannen om zich voor een vierde termijn verkiesbaar te stellen – tegen de zin van de bevolking én de grondwet in. Natuurlijk zijn dat soort uitspraken van de Chileense kant makkelijk gemaakt, aangezien het land op dit moment de zogenoemde winnaar is – dan is het makkelijk praten. Maar het overduidelijk negatieve antwoord van het internationale strafhof tegen Bolivia doet wel de vraag rijzen, hoe het kan dat men in Bolivia zo positief gestemd was over deze zaak. De regering heeft herhaaldelijk aangegeven alle vertrouwen te hebben in een positieve uitspraak en ook de media waren optimistisch.
In Bolivia bestond de angst dat een positieve uitslag van het gerechtshof zou bijdragen aan de populariteit van Morales en zijn betwiste vierde termijn als president. De negatieve uitspraak van het hof is nu juist voer voor degenen die tégen Morales zijn. Op Facebook regent het grappen over Morales die alleen in zijn dromen op de golven van een zee surft. In de media wordt hij bekritiseerd omdat zijn regering weigert te vertellen hoeveel geld deze zaak de staat heeft gekost, terwijl de Chileense regering dat wél publiekelijk liet maken. Morales zelf doet de uitspraak van het Internationaal Strafhof af als falende rechtspraak. Zijn houding is dus behoorlijk veranderd ten opzichte van het optimisme van de afgelopen maanden.
Toegang tot andermans havens
Een betere toegang tot de zee via de Chileense kust lijkt in de nabije toekomst niet erg waarschijnlijk meer. Maar er zijn alternatieven. Bolivia heeft al een haven aan de oever van de Paraguay-rivier op de grens met Brazilië, die door Argentinië en Uruguay stroomt en uitkomt in de Atlantische Oceaan. Het enige wat nog mist om optimaal gebruik te maken van die haven is een uitbreiding van de haven zelf en de bijbehorende infrastructuur, zoals goede toegangswegen. Daarnaast heeft Bolivia sinds de jaren negentig al een overeenkomst gesloten met Peru om een stuk kust voor een termijn van 99 jaar te huren. Het is maar 5 kilometer lang en tot nu toe vooral nog een verlaten stuk strand, waar weinig is ontwikkeld. Bedrijven maken nauwelijks gebruik van deze haven omdat de tarieven er hoger liggen dan in Chili. Deze projecten zijn dus mogelijkheden met potentie, maar daarmee is dan ook alles gezegd. Het zijn geen projecten die tot een ‘eigen’ zee leiden, en bovendien veel investering vereisen en daardoor minder mediageniek en aantrekkelijk voor politici zijn.
Het zal tijd kosten om dit soort projecten verder te ontwikkelen, maar dit zijn niet de enige mogelijkheden. Zowel Argentinië als Uruguay hebben de afgelopen jaren aangegeven bereid te zijn om met Bolivia te onderhandelen over toegang tot hun havens. In ieder geval is er nog hoop voor het land; dat ze niet voor altijd afhankelijk zullen blijven van Chileense havens. Het is tijd om op zoek te gaan naar buren die hen welwillender zijn.
Adinde Schoorl woont al een aantal jaar in Montero, Bolivia. Zie ook haar website: www.ataleofdreams.nl of ga naar www.facebook.com/ataleofdreams.
reageren