Venezuela’s president Hugo Chávez blijft kwakkelen met zijn gezondheid en is gisteren opnieuw naar Cuba afgereisd om behandeld te worden aan zijn terugkerende kanker. Chávez werd onlangs voor de vierde keer verkozen om een nieuw ambtstermijn te dienen als staatshoofd van Venezula, maar benoemde zaterdag voor het eerst officieel een opvolger in het geval hij wegens gezondheidsredenen zijn vierde termijn niet af zou kunnen maken. Het gaat om vicepresident Nicolás Maduro, voormalig minister van Buitenlandse Zaken en aanhanger van het eerste uur van Chávez en diens Bolivariaanse revolutie. De 50-jarige Maduro is buschauffeur van beroep, voormalig vakbondsleider en bekleedt sinds de afgelopen verkiezingen de functie van vicepresident. Van 2006 tot dit jaar was hij al Minister van Buitenlandse Zaken onder Chávez. Maduro is erg populair door zijn bescheiden afkomst en jarenlange nauwe samenwerking met Chávez.
Dit is voor het eerst dat Chávez formeel spreekt over een opvolging in het geval hij zou wegvallen als president. Bij de benoeming zaterdagavond, riep Chávez meermalen nadrukkelijk op tot eenheid. Binnen de PSUV, de Socialistische Eenheidspartij van Venezula, was de afgelopen tijd sprake van onenigheid over eventuele opvolging, onder andere tussen de vorige vicepresident Elías Jaua en de militaristische voorzitter van het parlement Diosdado Cabello. Met de benoeming – geheel volgens grondwettelijke bepalingen – van de huidige vicepresident als opvolger, hoopt Chávez de eenheid binnen de partij terug te brengen, heel belangrijk in het licht van de komende lokale verkiezingen van aanstaande zondag 16 december. Henrique Capriles, tijdens de verkiezingen van afgelopen oktober de belangrijkste opponent van Chávez, wenste de president een spoedig herstel, maar benadrukte dat in het geval een nieuwe president benoemd zou moeten worden, dat door middel van verkiezingen zou moeten gebeuren. Hij stelde dat er geen sprake zou zijn van een reeds benoemde opvolger aangezien Venezuela geen monarchie of dictatuur is.
(Bron: Guardian, Reuters, MO)
reageren