Vanaf het moment dat de FARC en de Colombiaanse regering eind 2016 de vrede tekenden, zet koffieboer en gemeenschapsleider Farid Julicué zich ervoor in om van zijn dorp een laboratorium van verzoening te maken. Documentairemaker Jaap van ’t Kruis volgde hem anderhalf jaar lang. Het resultaat Onverharde weg naar vrede (Unpaved road to peace), beleefde op 23 maart haar wereldpremière op het Movies that Matterfestival in Den Haag. De film werd geselecteerd voor de Activist-competitie. “Farid voert deze strijd in zijn eentje en merkt dat veel slachtoffers geen boodschap hebben aan verzoening. Ik ben heel blij dat met de nominatie zijn inzet wel wordt gezien.”
Caldono, de geboorteplaats van koffieboer en gemeenschapsleider Farid Julicué in het zuidwesten van Colombia, is een van de hardst getroffen dorpen in het interne gewapende conflict dat vijf decennia duurde. In november 2016 werd het vredesakkoord tussen de FARC en de Colombiaanse regering getekend, nadat een paar jaar eerder de paramilitairen officieel hun wapens hadden neergelegd. Van ’t Kruis: “Voor Farid is dit het moment waarop de mensen in zijn dorp eindelijk in harmonie kunnen leven met elkaar. Vlakbij is een transitiekamp gestationeerd waar alle ex-FARC-guerrilleros zitten die ook uit het plaatsje komen. Sommigen hebben op hun eigen dorp geschoten. Farid wil de brug zijn tussen de ex-guerrilleros en de slachtoffers, en van Caldono een laboratorium van vrede maken. Door zijn ogen kijken we mee of dat lukt.”
Wat motiveerde je om deze film te maken?
“Ik reis al sinds 2014 regelmatig naar Colombia en mijn vriendin komt ervandaan. Toen de eerste geruchten opdoken dat de vrede weleens getekend kon gaan worden, dacht ik al dat daar een documentaire in zou zitten. Ik was gefascineerd door de vraag: hoe is het voor guerrilleros om na tien of vijftien jaar in de jungle hun wapens in te leveren en terug te keren naar de maatschappij? Ik ben begonnen in het transitiekamp om die FARC-guerrilleros te leren kennen. Ik wilde er objectief ingaan en ook het menselijke verhaal van hun kant horen.”
Toch verschoof het accent in de documentaire al snel, toen Van ’t Kruis in het dorp Farid Julicué tegenkwam. “Wat bleek, deze man had tijdens de oorlog alle aanvallen van de FARC en alle data over de strijd in een schrift bijgehouden. Hij is een van de weinigen die een compleet beeld heeft van wat er allemaal is gebeurd en wie er allemaal zijn omgekomen.”
De gemeenschapsleider registreerde 308 gewapende aanvallen en meer dan vijfhonderd bedreigingen.
“Farid heeft een heel warm hart voor zijn dorpelingen en de nieuwe generaties, ook zijn eigen kleinkinderen. Voor hen wilde hij zijn boek positief eindigen. Dus ging hij praten met guerrillero’s en slachtoffers en begon verzoeningsbijeenkomsten in het dorp te organiseren. Toen wist ik: dit is een heel mooie persoon om te volgen.”
Dat levert een aangrijpende film op, waarin het perspectief van de voormalige rebellen, die nerveus en wantrouwend wachten tot ze via het re-integratieprogramma van de overheid hun transitiekamp kunnen verlaten, verweven is met de ervaringen van Julicué en zijn interactie met de slachtoffers in het dorp.
Heb je met je documentaire de antwoorden gevonden die je zocht?
“Ik wou natuurlijk heel graag zien hoe de twee guerrillero’s die ik uiteindelijk in beeld breng terugkeren naar Caldono, maar al snel bleek dat de voormalige rebellen daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Ze voelen zich totaal niet op hun gemak in het dorp. Er staan nog overal militairen en de mensen kijken naar ze van: ‘hé, waar kom jij ineens vandaan? We hebben jou tien jaar niet gezien, dus je zal wel een van hen zijn’. Dat geeft een hele rare sfeer. Er wordt niet over gesproken, maar je voelt duidelijk de intensiteit.”
Die stilte rondom de verschrikkingen van de oorlog is kenmerkend. Want hoewel het gewapende conflict de levens van heel veel mensen heeft geraakt (volgens officiële cijfers telt het land meer dan 8 miljoen oorlogsslachtoffers, bijna een op de zes Colombianen), is het opvallend hoe weinig erover gesproken wordt. Programma’s voor traumaverwerking of individuele begeleiding zijn er nauwelijks en het wantrouwen is groot, want je weet nooit wie je tegenover je hebt en bij welke partij in het conflict hij of zij hoorde. De meeste Colombianen kiezen ervoor te zwijgen zonder te vergeten en door te gaan met hun leven, zo goed en zo kwaad als het gaat.
Het is dus bijzonder dat Van ’t Kruis erin is geslaagd om ons over de schouder van Farid Julicué te laten meekijken tijdens zijn emotionele ontmoetingen met slachtoffers. Met betraande ogen vertellen zij over zoons en vaders van hun kinderen die door de rebellen zijn vermoord of over tieners die zich tot wanhoop van hun ouders bij de guerrilla aansloten. Van ’t Kruis: “President Santos heeft de Nobelprijs voor de vrede gekregen en het is absoluut in de man te prijzen dat hij de onderhandelingen met de FARC is aangegaan. Maar één ding is de vrede tekenen op papier en een ander is de realiteit in zo’n dorp. Er gaan zeker nog generaties overheen voordat het einde aan het conflict ook daar een feit is.”
Een van de indrukwekkendste scènes in de documentaire is het moment waarop we Julicué voor een zaaltje zien staan met dorpsbewoners en slachtoffers – veel plastic stoeltjes zijn leeg, er zijn veel minder mensen komen opdagen dan hij had gehoopt. Hij vertelt over zijn plan om hen bij een volgende bijeenkomst de kans te geven een guerrillastrijder te omhelzen als gebaar van verzoening. Gesloten gezichten met verstarde mondhoeken kijken hem aan, terwijl anderen hem overstelpen met tegenwerpingen. Zoveel leed, zoveel verlies. Hoe komt hij erbij om hen te vragen te vergeven? Hoofdschuddend hoort Julicué hen aan. We voelen zijn vertwijfeling. Het zijn de eerste deuken in zijn aanvankelijk enthousiaste geloof in de kans op verzoening.
Wat denk je dat jouw film voor de mensen van Caldono betekent?
“Voor de slachtoffers heeft het misschien therapeutisch gewerkt om met Farid over hun ervaringen te praten. Maar ik heb de film vooral ook willen maken om iemand zoals hij in de spotlights te zetten, want dit soort mensen heeft Colombia echt nodig. Hij roeit tegen alle stromen in en staat onder enorme druk. De slachtoffers zitten niet te wachten op iemand die zegt: kom op, laten we vergeven en de hand toereiken, en ook de guerrilleros zitten niet te wachten op de verhalen van de slachtoffers. Tegelijkertijd wordt Farid bedreigd door paramilitairen en andere gewapende groepen, zoals veel gemeenschapsleiders in het land. Het is dus ook nog eens heel gevaarlijk wat hij doet.”
Twee jaar na de ondertekening van de vrede zijn tientallen voormalige FARC-strijders onder niet opgehelderde omstandigheden vermoord, en ook het aantal dodelijke aanslagen op gemeenschapsleiders is schrikbarend gestegen: aan het einde van de film staat de teller op 220. Ook Julicué is zich onveilig gaan voelen, en gaat ’s avonds liever niet meer de deur uit.
Je zet in op het internationaal uitbrengen van de film. Gaat de documentaire ook in Colombia verschijnen?
“Jazeker, dat is altijd een van de hoofddoelen geweest: ik zou heel graag willen dat de film hier gaat draaien op plekken waar ex-guerrilleros zijn, en slachtoffers. Voor mij is de impact belangrijker dan dat mijn documentaire overal te zien is. Ik ben bezig om de film in kleine dorpen te laten draaien, zodat erover gesproken wordt.”
Voor president Santos was het winnen van de Nobelprijs destijds een steun in de rug om het vredesproces wat meer prestige te geven bij zijn landgenoten die, van pijn en haat vervuld, niet op verzoening zaten te wachten. Misschien kan de nominatie voor de Activist-Award tijdens het Movies that Matterfestival een soortgelijk effect hebben?
“Ik ben heel blij dat Farid genomineerd is en door het festival is uitgenodigd. Ik vind het ook belangrijk als signaal aan de mensen uit zijn dorp en andere Colombianen. Die man heeft in zijn eentje gestreden voor verzoening en dat wordt hiermee gezien en beloond. Het is iemand die niet opgeeft. De weg naar vrede is nog lang maar zijn kleinkinderen zullen straks wél denken: dat heeft opa toen gedaan en daar gaan wij mee door. Er is een zaadje geplant en dat is heel belangrijk.”
Dit interview verscheen eerder hier.
reageren