Latijns-Amerika magazine.
 

International Queer and Migrant Filmfestival focust op Latijns-Amerika

20-11-2016 door María N. Domínguez

Van 7 tot met 11 december vindt in Amsterdam de tweede editie van het International Queer and Migrant Film Festival (IQMF) plaats in De Balie en het Bijlmer Parktheater. Het festival, gericht op seksuele diversiteit in migrantengemeenschappen, focust dit jaar op films uit Latijns-Amerika. “Wij willen dit jaar migratiestromen in Latijns-Amerika, gerelateerd aan seksuele diversiteit, zichtbaar maken”, zegt Chris Belloni (36), filmmaker en organisator van het festival. Behalve filmvertoningen, exposities en debatten, wordt er dit jaar een Academie georganiseerd voor jonge filmmakers.

Als filmmaker heeft Belloni diverse documentaires met maatschappelijke relevantie, gerelateerd aan seksuele diversiteit, gemaakt. Een daarvan is I am Gay and Muslim (2012), over homoseksualiteit in Marokko. Een taboedoorbrekende film, die inmiddels op tachtig filmfestivals over de hele wereld  is vertoond. We spreken over zijn werk en over het festival.

Hoe ontstond het idee van het International Queer and Migrant Film Festival?

“Als filmmaker, curator en jurylid kom ik op veel filmfestivals en ik dacht: wij hebben in Amsterdam het LGBT (lesbian, gay, bisexual, transgender)-festival maar dat is qua programmering vooral gericht op de witte Nederlander en er is weinig ruimte voor diversiteit. Dat in een tijd van zoveel debatten in de samenleving over migranten, over vluchtelingen. Iedereen heeft hier een mening over, maar het perspectief en het narratief van de migrant zelf (waarom zijn ze hier gekomen?) wordt nog wel vergeten of niet goed belicht. Met mijn festival wil ik echt een podium bieden aan migranten. Vorig jaar zijn wij begonnen met vijf dagen in De Balie en we werden gevraagd om naar Rotterdam en Utrecht te komen. We beleefden vorig jaar een mooi filmfestival, met internationale filmmakers die naar Nederland kwamen en een goede programmering, met name gefocust op films uit het Midden-Oosten, bijvoorbeeld Syrië en Iran.”

Is het een grote uitdaging geweest om een festival te beginnen?

“Ja, het opzetten van een filmfestival was nieuw voor mij. Ik heb een aantal fondsen bereid gevonden om het festival financieel te ondersteunen. Wij moesten natuurlijk ook een deel van de financiering zelf binnenhalen door middel van kaartverkoop. Wij hebben geprobeerd een heel rijk aanbod te bieden aan de bezoeker, met films maar ook met debatten, verdiepende gesprekken en nagesprekken en dat is door de fondsen goed gewaardeerd. Voor de Gemeente Amsterdam was het filmfestival zelf belangrijk, maar ook het samenbrengen van mensen en het met elkaar over moeilijke onderwerpen praten.”

Is het festival in vergelijking met vorig jaar gegroeid?

“Ten opzichte van vorig jaar is het festival uitgebreid. Wij gaan vijf dagen lang films vertonen in Amsterdam en daarna reizen we door het land. Er komen drie steden bij: we gaan naar Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Haarlem en Purmerend. Ook de programmering in Amsterdam is een stuk breder; er zijn meer debatten, meer nagesprekken en er komen meer internationale makers. We hebben een groot budget gerealiseerd. Dit jaar organiseren we ook een Academie, een driedaags workshopprogramma voor in totaal twaalf jonge filmmakers uit de hele wereld. Onder andere wordt in dat programma bekeken hoe het is om als filmmaker activistische onderwerpen bespreekbaar te maken. Is het als filmmaker belangrijk om te gaan voor artistieke productie of vind je de inhoud, over LGBT-diversiteit in de film, activistisch belangrijker?”

Was het moeilijk de selectie van films te maken? 

“Ja, wij hebben uiteindelijk 150 aanmeldingen gekregen en wij hebben ruimte voor dertig films, dus het was lastig. Een aantal mooie films moesten wij toch afwijzen, misschien kunnen deze volgend jaar geprogrammeerd worden. Uit Latijns-Amerika vertonen wij Sarita Colonia (Peru 2016), die haar internationale première beleeft, over een Peruaanse heilige die door homoseksuelen en criminelen wordt aanbeden maar niet officieel als heilige wordt erkend. Ook is Club Amazonas (Mexico, 2015) te zien, over transgenders die proberen de grens over te steken naar Amerika. Daarnaast wordt Onbekend Onbemind (Suriname-Nederland, 2015) vertoond en drie films uit Brazilië over het leven op straat voor LGBT. We organiseren ook een groot debat over deze kwestie: Brazil Focus. Daarnaast zijn er natuurlijk films uit Afrika, Azië, Noord-Amerika, Europa en Het Midden-Oosten.” 

Wat kunt je ons vertellen over de kwaliteit van de films?

“Het niveau van films verschilt enorm. In het festival programmeren we een aantal films die zijn vertoond op festivals als de Berlinale en het IDFA, prachtig mooie films, kwalitatief zeer hoogstaand. Aan de andere kant vinden wij het heel belangrijk dat de stem wordt gehoord van minderheidsgroepen overal in de wereld. Dus we vertonen ook films die kwalitatief wat minder van aard zijn omdat de filmmaker minder geld heeft gehad om te investeren in goede apparatuur. Wij hebben films uit Zuidoost-Azië, uit Cambodja bijvoorbeeld, een film die misschien niet zo goed is gedraaid – de kwaliteit van het geluid is niet erg goed en de camerahantering niet geweldig – maar de verhalen van die mensen; die zijn belangrijk. Dus wij proberen in het festival een balans te zoeken tussen enerzijds films die het in het festivalcircuit heel goed doen en anderzijds films die volgens ons belangrijk zijn om gezien te worden.”

Naast de opening van het International Queer and Migrant Film Festival (IQMF) wordt ook de expositie van de Venezolaanse artiest en grafisch ontwerper Daniel Arzola geopend in de Balie. Hij is de ontwerper van de poster van het festival.

Meer informatie over het IQMF is te vinden op www.iqmf.nl 

c-belloni-color

reageren