Latijns-Amerika magazine.
Uitzicht op Cajamarca. Foto: Jasper Vervaeke.

Interoceánica – Weg naar de waarheid

16-12-2019 door Jasper Vervaeke

» Columns » Reizen

Samen met zijn vrouw reist Jasper Vervaeke van Lima naar Rio de Janeiro, van de Stille naar de Atlantische Oceaan, dwars door het hart van Zuid-Amerika. Hij laat zich inspireren door sociale en actuele ontwikkelingen en bijzondere ontmoetingen. Op conSentido deelt hij regelmatig een fragment uit zijn reisdagboek. 

Weg naar de waarheid

Ergens in de Andes, Peru, 8-9 november 2019

Nachtbus van Cajamarca naar Chachapoyas. De weg zonder vangrails slingert rakelings langs het ravijn, een gapend gat aan onze rechterzijde. Het is zo donker dat je de afgrond niet ziet, maar je voelt hem wel, zoals je blikken soms op je rug kunt voelen branden.

Midden in de nacht houdt de bus halt. Geen lichtjes buiten, enkel de nacht zonder sterren, we zitten niet in een stad of dorp. Een voor een worden de ingedommelde reizigers wakker. Enkelen onder hen, die zoals wij aan de kant van het ravijn zitten, kijken naar buiten, nemen foto’s met hun smartphone. Geroezemoes gonst door de donkere bus. Wat is er aan de hand?

K, die naast mij aan het raam zit, kan zien dat er een pick-up op de rand van het ravijn balanceert, de linkerwielen op de weg, de rechterwielen tegen de bergflank. Zit er nog iemand in?

De lichten in de bus gaan aan. Iedereen naar buiten. Wanneer we op het asfalt staan, zien we dat er gelukkig niemand meer in de pick-up zit, het ergste wat kan gebeuren is dat de auto in de afgrond stort. Het meest acute probleem, althans voor onze chauffeur, is dat de weg hier maar een baanvak breed is en dat de pick-up de doorgang blokkeert.  

Druk overleg tussen de buschauffeur, zijn kompanen en de reizigers. Gaan we proberen de pick-up terug op de weg te trekken, op het gevaar af om mee het ravijn in te tuimelen? Of proberen we om de logge bus tussen de rotswand links en de pick-up rechts te wurmen, op het gevaar af om de auto de diepte in te duwen?

De chauffeur opteert voor het laatste. Om zo dicht mogelijk tegen de rotsen te kunnen rijden, vullen vrijwilligers de smalle berm tussen wand en weg met stenen, ter ondersteuning van de wielen. De bus begint te manoeuvreren, twee centimeter vooruit, een centimeter achteruit, op het tempo van een paso tijdens een processie scheert ze langs de rotsen en de pick-up.

Iedereen stapt opgelucht terug op. Het licht gaat uit, de bus begint te rijden, de gesprekken verstommen, tijd om terug in te dommelen. Dan opeens, midden in de donkere en stille bus, weerklinkt vanaf de rij voor ons de stem van een oude vrouw.

‘Dames en heren,’ zegt ze, of roept ze eerder, zich richtend tot alle reizigers. ‘Nu is het moment gekomen om onze Heer God te bedanken. Hij heeft de chauffeur de kracht gegeven om ons veilig voorbij dit levensgevaarlijke obstakel te loodsen.’

Daarop volgt een sermoen van een half uur. Vol vuur, halfweg tussen woede en passie, maant de vrouw de hele bus aan om de bijbel te lezen, helemaal, van Genesis tot de Openbaring, en vooral zelf, ieder voor zich, zonder te vertrouwen op de valse vertegenwoordigers die overal zieltjes proberen te winnen.

Niemand reageert of vraagt haar om te zwijgen; iedereen laat haar begaan, luistert naar haar of negeert haar. Na haar laatste woorden ploft de vrouw uitgeput neer op haar stoel en wordt het terug stil in de bus.

Eindelijk terug tijd om te knikkebollen, of dat hadden we gedacht, want dan veert de vrouw weer recht en heft ze een christelijk lied aan. Vals en uit volle borst bezingt ze de weg naar de waarheid en de Heer in de hemelen die over ons waakt.  

reageren