Latijns-Amerika magazine.
 

Latijns-Amerikaanse films op het IFFR 2018

19-01-2018

Het International Film Festival Rotterdam beleeft van 24 januari tot en met 4 februari alweer haar 47e editie! Het programma staat online, de kaartverkoop is gestart en dat betekent puzzelen, agenda’s naast elkaar leggen en het meest compleet mogelijke schema bij elkaar priegelen. Om de conSentido-lezer te helpen hebben wij een overzicht samengesteld met alle Latijns-Amerikaanse films die op het festival te zien zijn. 

ARGENTINIË:

El arrullo de la araña (José Celestino Campusano, 2015, 78 minuten) 


Anders dan in andere films van Campusano is het hier geen daden, maar woorden. Het decor is het interieur van een ijzerwinkel aan de rand van Buenos Aires. Nooit eerder gebruikte deze regisseur conversaties zo intens of speelde het verhaal zich af op zo’n klein oppervlak. Het hele verhaal bestaat uit gesprekken tussen de winkeleigenaar, de accountant en de verkopers, terwijl afwisseling wordt aangebracht met smaakvolle fade-outs van de winkel of herhaalde tracking shots waarop we een spin zien rondkruipen in de hoeken van het pand.

El azote (José Celestino Campusano, 2017, 88 minuten)


Murciélago, een voormalige heavy-metalmuzikant, is nu maatschappelijk werker. Zijn baan in een centrum voor minderjarigen die in een rechtszaak verwikkeld zijn, is allesbehalve zorgeloos. Zijn werk met onmachtige jongeren uit Bariloche – een bekend skioord in Patagonië – wordt namelijk nog verder bemoeilijkt door persoonlijke problemen met zijn familie en liefdesleven. Dat zorgt er echter niet voor dat hij zijn kijk op gerechtigheid, zijn grote drijfveer, uit het oog verliest.

Una ciudad de provincia (Rodrigo Moreno, 2017, 88 minuten) 


Het Argentijnse provinciestadje Colón, gelegen aan de Uruguay-rivier, biedt net als elke andere door mensen en dieren bewoonde plek op aarde een mooi schouwspel van alledaagsheid: vrouwen spoeden in de kou naar hun werk, een auto moet aangeduwd worden, een medewerkster van een lingeriewinkel valt bijna in slaap, blaffende straathonden schooien bij een verkeersregelaar en vissers keuvelen over beuglijnen.

Fango (José Celestino Campusano, 2012, 107 minuten) 


Het tegenshot van de dromerige, op Parijs lijkende stad Buenos Aires toont de arme achterstandswijken rond deze stad, waar ruim tien miljoen mensen wonen. Deze onveilige voorsteden vormen de achtergrond voor een western vermomd als sociaal drama, waarin twee onvergetelijke personages op tragische wijze naar een laatste krachtmeting gedreven worden. Alles wat plaatsvindt voordat Nadia, een soort bendeleidster, en El Brujo, een wegkwijnende heavy-metalzanger, het tegen elkaar opnemen, komt neer op een staaltje onvervalst ethos dat zelden vertoond is in film. We vangen een glimp op van een soort gezinsleven, van een aantal gedragscodes binnen leefgemeenschappen en van een soort rechtspraak buiten de instituties om.

Fantasmas de la ruta (José Celestino Campusano, 2013, 198 minuten) 


Voor het eerst verlaat Campusano zijn comfort zone – de wijde omtrek van Buenos Aires met zijn voorsteden, de symbolische ruimte die hij beter vastgelegd heeft dan wie ook. In dit geval voert de logica van het verhaal hem naar andere Argentijnse gebieden, omdat Antonella, de jonge hoofdpersoon, ontvoerd en in de prostitutie gedwongen is. Wederom zullen de legendarische Vikingo en een stel bikers haar te hulp schieten, tezamen met Mauro, Antonella’s jonge minnaar die de codes van Vikingo respecteert, maar zich ook aangetrokken voelt tot de levensstijl van drugsdealers.

Legión – Tribus urbanas motorizadas (José Celestino Campusano, 2006, 61 minuten) 


Campusano’s echte debuut (eerder had hij een film gecoregisseerd waarin hij zelf speelde) is belangrijk omdat het zijn enige documentaire is en zich richt op het symbolische universum van bikers, precies wat hij later opnieuw in beeld zou brengen vanuit een fictief standpunt. Hier liggen de wortels van zijn oeuvre, dat later overhoop gegooid zou worden door zijn poëtische stijl.

La película infinita (Leandro Listorti, 2018, 54 minuten)


De nieuwe film van de Argentijnse filmmaker Leandro Listorti, curator van het filmmuseum in Buenos Aires, is een filmessay over een parallelle filmgeschiedenis, gebaseerd op restanten van Argentijnse films die nooit voltooid zijn. De film, gemonteerd door de bekende filmmaker Felipe Guerrero (wiens Oscuro animal twee jaar geleden in première ging in de Tigercompetitie), is opgebouwd uit fragmenten uit andermans films, die feitelijk nooit hebben bestaan. Dat maakt het tot een soort film-Frankenstein, die voor onze ogen tot leven gewekt wordt.

El perro Molina (José Celestino Campusano, 2014, 87 minuten) 


Molina, een oude huurmoordenaar die volgens gedragscodes leeft, beantwoordt de noodoproep van een oude vriendin die gerechtigheid zoekt na de dood van haar kinderen. Natalia, de vrouw van een politie-inspecteur in de provincie, gaat het huis uit als blijkt dat haar man vaak naar de hoeren gaat. Uiteindelijk zal ze er zelf ook één worden, wanneer ze in een bordeel gaat werken dat gerund wordt door Calavera. De film behandelt Campusano’s bekende thema’s: trouw binnen de groep, een samenleving waarin de grenzen van de wet opgerekt worden en een collectief portret dat een hele gemeenschap samenbrengt.

Placer y martirio (José Celestino Campusano, 2015, 101 minuten) 


Campusano neemt even afstand van zijn gebruikelijke hoofdpersonen om te graven in een sociaal universum dat ver afstaat van motorrijders, pooiers en heavy-metalmuzikanten. In dit onverwachte uitstapje in zijn carrière behoren de personages in Placer y martirio tot de hogere middenklasse.

El sacrificio de Nehuén Puyelli (José Celestino Campusano, 2016, 87 minuten)


De uitroeiing van inheemse volkeren in het zuiden van Patagonië vond lang geleden plaats, maar de minachting van de blanken voor de overlevenden bestaat nog altijd (zoals onlangs werd bevestigd in Argentinië). Puyelli, een sjamaan van de Mapuche, wordt valselijk beschuldigd van moord en het illegaal uitoefenen van de geneeskunde, hoewel de echte reden is dat hij een rijke jongeman ‘misbruikt’ zou hebben. Terwijl de zwijgzame Puyelli in de cel zijn lot afwacht, groeit er een band met Ramón, een van de leiders in de gevangenis, die bijna vrijkomt.

Los vagos (Gustavo Biazzi, 2017, 92 minuten)


De gelauwerde cameraman Gustavo Biazzi maakt zijn speelfilmregiedebuut met een bitterzoet coming of age-verhaal. De in Buenos Aires studerende Ernesto en zijn vriendin Paula gaan tijdens de Argentijnse zomer terug naar hun geboorteplaats Posadas in de provincie Misiones. Ernesto sluit zich aan bij zijn oude vrienden – de ‘zwervers’ uit de titel – met wie hij in een oud patroon vervalt: drinken, feesten, barbecueën, op het strand rondhangen en mooie meiden versieren.

Vikingo (José Celestino Campusano, 2009, 85 minuten) 


Rubén Beltrán, de mythische ‘Viking’ uit de titel, ís de film. Beltrán zelf is een fictief spel, niet een personage dat door hem wordt gespeeld; evenzo presenteert het verhaal een feitenrelaas over een tijdperk en een sociale groep. Deze effectieve cirkelredenering tussen fictie en realiteit komt naar voren in een scène waarin Beltrán naar zichzelf kijkt in een documentaire van Campusano over gemeenschappen.

Vil romance (José Celestino Campusano, 2008, 105 minuten) 


De ongelijke liefdesverhouding tussen een jongen en een man – de eerste het werkloze slachtoffer van een verstoord gezin, de tweede een opvliegende handelaar in illegale wapens – is het onverwachte thema dat Campusano kiest om een beeld te schetsen van een gemeenschap van buitenstaanders tegen het decor van een voorstad van Buenos Aires.

Zama (Lucrecia Martel, 2017, 150 minuten)

 
Martels nieuwe speelfilm, gebaseerd op een modernistische roman van de Argentijnse schrijver Antonio di Benedetto, toont scènes uit het leven van Zama, een officier van de Spaanse kroon die wacht op een brief van de koning die overplaatsing mogelijk moet maken uit het rivierstadje waar hij vastzit. Maar de situatie is netelig en hij moet onderdanig elke taak aanvaarden die opeenvolgende gouverneurs hem toevertrouwen. Als Zama beseft dat alles verloren is, sluit hij zich aan bij een groep soldaten die achter een gevaarlijke bandiet aangaat. Net als andere westerse personages die zijn gestrand in de tropen, wordt Zama’s identiteit bepaald door een gevoel van verbondenheid met een beeld van Europa “…dat mensen die er nooit zijn geweest zich het best herinneren”.

BRAZILIË:

Açúcar (Sérgio Oliveira, Renata Pinheiro, 2017, 88 minuten) 


Puissant rijk tegenover straatarm, wit tegenover zwart: het zijn deze tegenstellingen die ook nu nog het sociale weefsel van de Braziliaanse samenleving verscheuren, tegenstellingen die voortvloeien uit een lange geschiedenis van slavernij. Regisseurs Sérgio Oliveira en Renata Pinheiro verbeelden dit gegeven aan de hand van de lotgevallen van een vrouw die tot de rijke elite behoort en ze gebruiken daarbij hallucinerende, welhaast magisch-realistische droombeelden. 

Antes do lembrar (Luciana Mazeto, Vinícius Lopes, 2018, 20 minuten) 


Waar vind je de geschiedenis van een plek en waar bestaat die uit als we die vinden? Antes do lembrar onderzoekt het vertellen van verhalen rond prehistorische plaatsen in Brazilië en hoe de mens de wereld om hem heen herschept.

Azougue Nazaré (Tiago Melo, 2018, 80 minuten) 


In Nazaré da Mata, een stadje in de buurt van Recife in de Braziliaanse staat Pernambuco, houden de jongeren geen rapbattles maar samba-battles. De Afro-Braziliaanse cultuur van de maracatu, een aan carnaval gelieerd dans- en muziekspektakel met wortels in de slaventijd, zit hen in het bloed. Een lokale evangelische priester beschouwt het culturele erfgoed echter als duivels: volgens hem moet de bevolking de maracatu afzweren om God toe te laten. Azougue Nazaré volgt een groepje mannen en vrouwen in de aanloop naar het carnaval. Terwijl ze worstelen met alledaagse problemen, vinden in het stadje ook vreemde, misschien wel bovennatuurlijke zaken plaats.

Café com canela (Ary Rosa, Glenda Nicácio, 2017, 102 minuten)


Violeta woont in een hechte gemeenschap in het Braziliaanse Bahia. Zij is niet de enige die worstelt met gevoelens van rouw en verlies, er zijn lotgenoten: een grootmoeder volledig afhankelijk van zorg, een vrouw wanhopig op zoek naar liefde, een jonge arts die na twintig jaar door zijn grote liefde, een veel oudere man, alsnog verlaten wordt. Iedereen dacht dat zij als vader en zoon samenleefden, totdat de oude man sterft, het verlies compleet is en de waarheid aan het licht komt. Dan ontmoet Violeta de oudere Margarida, die alleen en in stilte rouwt in een naburig dorp. Op liefdevolle wijze en met praktische rituelen haalt Violeta haar uit haar isolement: boenen, opruimen en koffie maken met kaneel.

The Cannibal Club / O clube dos canibais (Guto Parente, 2018, 81 minuten)  


Een prachtige dag aan de Braziliaanse kust. De steenrijke Gilda ligt naast haar zwembad met een cocktail, terwijl echtgenoot Octavio een bord bijvult met perfect gegrild vlees. Mensenvlees, ontdekken we al snel in The Cannibal Club. De zwoegende schoonmaker van de villa heeft geen idee dat binnen afzienbare tijd hijzelf in keurige lapjes op een schaal zal liggen. Heerlijk verknipt, deze Braziliaanse satire over een eliteclubje dat in het geheim chique diners organiseert waar bandeloze seks en het vlees van simpele burgers de hoofdingrediënten zijn.

Gabriel and the Mountain / Gabriel e a montanha (Fellipe Gamarano Barbosa, 2017, 127 minuten)


De Braziliaanse filmmaker Fellipe Barbosa verfilmt het laatste jaar van zijn schoolvriend Gabriel Buchmann, die in 2009 een wereldreis ondernam voordat hij naar de universiteit zou gaan. Op het fatale einde na wist Barbosa niet veel van de reis. Tijdens een gehaaste klim in het Mulanjemassief in het Afrikaanse Malawi verongelukte de backpacker. Zijn levenloze lichaam werd pas dagen later door de lokale bevolking gevonden.

Good Manners / As boas maneiras (Marco Dutra, Juliana Rojas, 2017, 135 minuten) 


De jonge, bloedmooie Ana is ongehuwd zwanger en verstoten door haar rijke familie. Ze neemt de eenzame verpleegster Clara in dienst als nanny en huishoudelijke hulp. Tussen de twee vrouwen ontstaat een hechte band, die uitmondt in een passievolle liefdesrelatie. Geleidelijk komt Clara erachter dat er iets verontrustends met Ana en haar baby aan de hand is. Elke volle maan zwerft ze slaapwandelend door de stad. Na een noodlottige bevalling staat Clara er alleen voor, met Ana’s bijzondere baby. Clara beschermt het schattige jongetje zo goed en kwaad als ze kan tegen zijn lot, maar hoe ouder de jongen wordt, hoe sterker de roep van de volle maan.

Loveling / Benzinho (Gustavo Pizzi, 2017, 95 minuten)


In Petrópolis, even buiten Rio de Janeiro, woont Irene met haar man Klaus en hun vier zoons. De deur klemt, de kraan lekt, maar aan liefde geen gebrek in dit licht chaotische huishouden. Oudste zoon Fernando is een begenadigd handbalspeler en wordt gescout door een Duitse profclub. Hij vertrekt al over twintig dagen! Moeder Irene wist dat hij ooit de wijde wereld in zou trekken, maar dit afscheid komt toch eerder dan verwacht. Ondertussen is er bureaucratisch geregel, de huwelijksperikelen van haar zus Sonia en nóg drie drukke kinderen. Alle afleiding ten spijt is Irene wanhopig van verdriet en gloeit ze tegelijk van trots.

Neville D’Almeida – Cronista da beleza e do caos (Mario Abbade, 2018, 106 minuten) 

 
De Braziliaanse regisseur Neville D’Almeida (Belo Horizonte, 1941) heeft talloze films op zijn naam staan, veel daarvan succesvol, zoals het box office-succes A dama do lotação (Lady on the Bus, 1978). Tegelijk is hij, naar eigen zeggen, de meest gecensureerde filmmaker van het land – en waarschijnlijk ook de meest omstreden. D’Almeida staat bekend als een provocateur die in zijn werk steevast de grenzen opzoekt. Zijn experimentele films werden soms neerbuigend omschreven als (soft)porno. Ondanks internationale waardering op filmfestivals kreeg hij in eigen land steeds minder steun, waardoor hij zich de laatste twintig jaar voornamelijk op beeldende kunst toelegde.

Sol alegria (Tavinho Teixeira, 2018, 90 minuten)


Terwijl het land onder het juk ligt van een militaire junta en corrupte geestelijken de Apocalyps prediken, trekt een losbandig, excentriek gezin – een soort Bonnie & Clyde met kinderen – door het Braziliaanse binnenland. Hun eerste doel is het afleveren van een partij wapens bij een groep militante nonnen die zich in de jungle hebben teruggetrokken, levend van de opbrengsten van hun wietplantage. De dadaïstische benadering van dichter, theateracteur en filmmaker Tavinho Teixera, die zelf naast zijn dochter Mariah een van de hoofdrollen voor zijn rekening neemt, resulteert in een kleurrijke collage waarin politiek-filosofische bespiegelingen, wurgseks, decadente drinkgelagen en een lofzang over de kracht van tijgerbalsem naadloos in elkaar overgaan. 

Sultry / Mormaço (Marina Meliande, 2018, 94 minuten) 


“De Spelen brengen meer dan de Spelen”, staat op een spandoek op een bouwplaats in Rio de Janeiro. Een kreet die een onplezierige waarheid bevat, zo toont Marina Meliandes broeierige kruising tussen sociaal-realistisch drama en body horror. Terwijl nietsontziende vastgoedspeculatie in de stad tot explosieve situaties leidt, begint de radeloosheid van de jonge advocaat Ana zich lichamelijk te manifesteren. Het is ruim een halfjaar voor de start van de Olympische Spelen van 2016, en Rio de Janeiro kookt over van emoties, woede en hebzucht. Waar de Spelen neerstrijken, verrijzen stadions, hotels en chique appartementen. Het sportevenement brengt immers kapitaalkrachtige bezoekers én investeerders met zich mee en de stad zal nooit meer hetzelfde zijn.

CHILI: 

La telenovela errante / The Wandering Soap Opera (Raúl Ruiz, Valeria Sarmiento, 2017, 80 minuten) 


“De film draait om het concept van de soap-opera. De structuur ervan is gebaseerd op de veronderstelling dat de Chileense realiteit niet bestaat, maar eerder een samenspel van soap-opera’s is. Er zijn vier audiovisuele provincies en tussen de facties is er de dreiging van oorlog. De politieke en economische problemen worden ondergedompeld in een gelei van fictie, verdeeld in afleveringen. De hele Chileense realiteit wordt bekeken vanuit het oogpunt van de soap, die fungeert als een onthullend filter van diezelfde realiteit.”

Los versos del olvido (Alireza Khatami, 2017, 90 minuten)


Los versos del olvido gaat over “de morele verplichting om ons het verleden te herinneren en ons te verzetten tegen de gewelddaad van het vergeten”, aldus de filmmaker. Het biedt een krachtige metafoor voor de politiek van het geheugen, en vormt een poëtisch eerbetoon aan hen die strijden voor gerechtigheid voor het onbekende.

COLOMBIA: 

Cartucho (Andrés Chaves, 2017, 55 minuten) 


Van alle hellegaten in de wereld was El Cartucho in de Colombiaanse hoofdstad Bogota misschien wel de ergste. In de jaren tachtig verviel de koloniale wijk vol burgermanshuizen tot het domein van de drugsmaffia. Op straat tierde de handel in drugs, mensen en vuilnis, de crackpanden regen zich aaneen en een leven was er niets waard. Dit sensitieve stadsportret schetst een indringend beeld van El Cartucho, maar ook het DNA van een probleem.

La torre (Sebastián Múnera, 2018, 78 minuten)


In 2004 ging er een bom af in de openbare bibliotheek van Medellín in Colombia. Van deze nooit opgehelderde aanslag bestaat één foto, waarop bibliotheekmedewerkers het puin opruimen. Deze foto inspireerde debuterend regisseur en kunstenaar Sebastian Múnera tot het maken van La torre, een titel die verwijst naar de toren van Babel. De experimentele zwart-witfilm, met af en toe een kleureninsert, is gesitueerd in en rond de verhuizing van een oude naar een nieuwe bibliotheek in aanbouw. Er worden drie personages gevolgd: fotorestaurateur Jorge, die probeert die ene, lang verborgen foto te ontwikkelen; bibliotheekmedewerker Gloria, Neyder, een jonge bouwvakker.

DOMINICAANSE REPUBLIEK: 

Cocote (Nelson Carlo de los Santos Arias, 2017, 106 minuten)


De evangelische Alberto Almonte werkt als tuinman bij een rijke familie in de Dominicaanse hoofdstad Santo Domingo, maar moet terugkeren naar zijn geboortedorp om zijn vader te begraven en mee te doen aan de rituelen. Wanneer blijkt dat vader vermoord is door een machtig man, verwacht Alberto’s familie dat hij wraak neemt. Via zijn hoofdpersonage laat Nelson De Los Santos Arias met een etnografisch en kunstzinnig oog voor detail een land zien waar oude rituelen en de gevestigde orde botsen met morele en maatschappelijke verandering. Het veelbekroonde Cocote is hoofdzakelijk gefilmd op 35mm, afgewisseld met videofragmenten van opstootjes en religieuze samenkomsten.

El hombre que cuida (Alejandro Andújar, 2017, 85 minuten)


De moderne kolonisten in de Dominicaanse Republiek komen niet van overzee, maar uit de stad. Het zijn de eigenaren van de villa’s langs de kust, die slechts een paar weekenden per jaar aanwezig zijn, maar toch de mooiste plekken op het eiland bezetten. De zwijgzame Juan beheert als bewaker een van die villa’s. Wanneer de zoon van de eigenaar met een vriend verschijnt, is de rust verdwenen, terwijl Juan juist stilte nodig had om na te denken over zijn vrouw, die hem onlangs heeft verlaten en inmiddels zwanger is van een andere man. In de kleine eilandgemeenschap wordt hij dagelijks geconfronteerd met zijn pijn, wanneer hij zijn ex met haar nieuwe geliefde tegenkomt. Maar tijd om te rouwen heeft hij niet. Als een moderne horige moet Juan 24 uur per dag klaarstaan voor de twee tieners en hun vriendinnen, totdat de situatie volledig uit de hand loopt.

ECUADOR:

La muerte del maestro (José María Avilés, 2018, 62 minuten) 


Op 16 april 2016 trof een zware aardbeving de kust van Ecuador. De eerste langere film van José María Avilés neemt dit nationale drama als uitgangspunt – maar dan op grote afstand van de instortende gebouwen en de bedolven geliefden. Hij laat zien hoe een onverwachte gebeurtenis plotseling alle spelregels kan veranderen, zelfs in een afgelegen plaats als Angamarca – de locatie van de film – waar het effect van de aardbeving als een verre, kwaadaardige echo in de natuur aankomt.

reageren