Liefdesklaprozen in het woud van de morgenstond
Amapola (klaproos) en madrugada (morgenstond): twee uit de reeks mooiste woorden van de Spaanse taal. Meevoerende fonetiek die genoeg aan de verbeelding over laat. Het is geen toeval dat Residente, aka. René Pérez, songschrijver en rapper van Calle 13, in Beso de desayuno (Kus bij het ontbijt) zingt over de verwarmende kracht van deze rood-roze bloem: “si hace frío te caliento con una sopa de amapolas” (als het koud is, verwarm ik je met klaprozensoep). Voor mij, want des goûts on ne discute pas, één van de sensueelste, meest romantische en poëtische liedjesteksten van de eerste tien jaar van dit millennium.
Tekst en videoclip lijken een betoog voor het verenigen van liefde en genegenheid met passie. De suggestieve bijrol van eten en de locus amoenus roepen liefdesvervullingen zonder onnoodzakelijke verbintenissen op als “vamos a hacer un compromiso sin capilla con una siembra de trigo y con la luna de testigo enrolladitos usando el mismo abrigo” (we maken een belofte zonder kapel, met een tarwestengel, en de maan als getuige, opgerold in hetzelfde deken) of “vamos a hacer burbujas dentro del café, vamos a tener 100 bebés y dejar los clichés pa’ otro día” (we maken bubbels in de koffie, krijgen 100 babys en laten de clichés voor een andere dag).
Mijn dierbare vriend Armando wees mij in Guatemala al op de dubbelzinnige teksten in diverse Latijns-Amerikaanse songs. Zo speelde de Guatemalteekse ska-trots Malacates met hun opzwepende nummer Tómame (drink me) wel achtergrondmuziek voor reclame van een andere Guatemalteekse trots, Gallo bier, toch was er duidelijk dorst naar meer… “tómame, tómame todito pero que sea suavecito, quiero, quiero darte un besito, pero que sea allá abajito, abajito de la mesa amor…” (drink/neem me helemaal, maar zacht, ik wil je een kus geven, maar beneden, onder de tafel liefste…).
Liefdesbubbels op een Belgische festivalwei
Toch terug iets meer plaats voor verbeelding en fantasie. Calle 13 trad zaterdag 17 juni voor de eerste maal op in België in het gezellige Afro Latino Festival in Bree. Op Afro Latino vond nog een Belgisch debuut plaats, de grote Juan Luis Guerra (Paz?). Het publiek was een vrolijke mix van Belgen, Nederlanders en Latijns-Amerikaanse immigranten met een aanzienlijke aanwezigheid van Nederlanders uit Curaçao die graag een mondje Spaans meezongen. Met zijn jas en pet leek Juan Luis Guerra zich thuis te voelen in de feesttent, in de regen te midden van de velden. Toen de elektriciteit het begaf en de schrik ons al om het hart sloeg dat Guerra misschien (Britney-style) van outfit ging veranderen, liet hij goedgehumeurd weten dat dergelijke onvoorziene gebeurtenissen hem net als thuis lieten voelen, mi pabellón es tu pabellón (mijn tent is jouw tent)!
Hitje na hitje na hitje… na hitje maakten er een prachtig concert van voor de meezingers vooraan en de dansers achteraan. Eén van die vluchtige geluksmomenten. Ojala que llueva, La Bilirubina en natuurlijk Burbujas de amor… met deze laatste komen we weer bij dubbele betekenissen terecht. Mijn schoonbroer Tom is muzikant en als het op Latijns-Amerikaanse melodieën aankomt komt hij niet verder dan enkele door mij aangesmeerde nummers van Maná. Wel had hij diezelfde zaterdag nog in een Antwerps restaurant een meisje bediend dat haar enthousiasme over Burbujas de amor niet kon bedwingen. Ze vond het net als velen onder ons een prachtig nummer, “burbujas de amor”… (liefdesbubbels) zo romantisch toch!
Juan Luis Guerra zet dit pareltje in met zijn hart, een hart dat verscheurd is door hoop en ratio. Mooi en zo meteen ook een nummer dat voor mijn mama al niet meer fout kan gaan. Ondanks haar beperkte Spaanse kennis pikt ze het woord “corazón” (hart) overal op, nog zo een verleidelijk Spaans woord. Van het verlangen van Juan Luis Guerra’s hart gaan we over naar een vis in een visbokaal, of wat we allemaal wel weten, dat liefde (“corazón”) en passie (“pesera “) dikke vrienden (horen te) zijn. De “ay ay ay ay ay” geeft het al aan: “Quisiera ser un pez para tocar mi naríz en tu pesera y hacer burbijas de amor por donde quiera. Pasar la noche en vela, mojado en ti.” (Ik zou een vis willen zijn om mijn neus in jouw visbokaal te raken en waar ook liefdesbubbels maken. De hele nacht wakker blijven, nat in jou.) En voor wie duidelijke gestes nodig heeft, kwam er een goedgehumeurde (en humoristische) man tijdens het refrein achter zijn vrienden aan en riep: “Cuidado un pez!” (Pas op een vis!)
Zingen en dansen in plaats van zeggen en doen
Ik hoorde recent van iemand nog een verliefde variatie op dit thema. Hij wilde net als een aap (een luiaard zou hier ook geen slecht dier voor zijn) voor altijd op de rug van zijn geliefde hangen en zo, net als Juan Luis Guerra, “vivir por siempre mojado en ti”. Warme liefdesgevoelens of wat wij misschien als melig of zelfs goedkoop zouden bestempelen is geen misdaad in de Latijns-Amerikaanse muziekscène. En al voor regeton zijn knallende intrede deed was liefde en de liefde bedrijven (waarom klinkt dit wel in het Spaans en niet in het Nederlands?) een aanvaarbaar leitmotiv in de muziek. Hoe expliciet deze gevoelens mogen zijn hangt dan weer sterk af van waar we ons geografisch-cultureel bevinden.
Zonder te veralgemenen en wetenschappelijke acuraatheid te pretenderen gaat het misschien als volgt: dat waar niet over gesproken kan worden, mag wel worden bezongen. Dat wat niet gedaan mag worden, mag wel worden gedanst. Leve de expressieve kracht van de kunsten! Met de populariteit van regeton treden we een groter verhaal en sociologisch onderzoek binnen; meer dan deze ongedwongen mijmeringen kunnen omvatten. Ik wil dan ook afsluiten met een gemeende “sí se puede” (ja we kunnen) voor (oprecht!) sentiment en liefde met passie of “amapolas de amor en la selva (o un zoológico) de madrugada” (Liefdesklaprozen in het woud (of een zoo) van de morgenstond)!
reageren