Terwijl wij in België en Nederland dartel paaseitjes snoepen, is het paasweekend in Ecuador serieuze kost. Goede Vrijdag, Viernes Santos, kom ik in Ibarra op straat een Ecuadoriaanse buurvrouw tegen die zes jaar in België heeft gewoond. Ze vertelt hoe Goede Vrijdag in België voor haar vrij onopgemerkt voorbij ging. “Ik at gewoon vlees”, zegt ze vol ongeloof. In de aanloop naar Pasen, tijdens de vasten, eet een goede katholiek geen vlees, vooral niet op Witte Donderdag en Goede Vrijdag. Het naleven van dit religieus gebod in een “carnivoor land” als Ecuador, toont eens te meer hoe belangrijk deze traditie is. Maar net als tijdens andere belangrijke aangelegenheden, komt er wel eten aan te pas.
De modale Ecuadoraan heeft niet gegeten als aan het hoofdgerecht ’s middags geen soep voorafgaat. Een dampende vloeibare maaltijd met popcorn om de dag, na een voormiddag hard werken, terug kleur en energie te geven. De fanesca, een soep of stoofpot te genieten met Pasen, lijkt wel de sociale moeder van alle maaltijdsoepen.
Families herenigen zich om samen te genieten van dit festijn, een mooi stukje Ecuadoriaanse cultuur. Witte Donderdag en Goede Vrijdag, en eigenlijk al gedurende de twee weken voor Pasen, staat de soep op het menu. Ecuador is tussen Colombia en Peru in een klein landje. Toch is het, in vergelijking met onze Lage Landen, een grote oppervlakte met Amazonewoud, bergen en kust; en werkgelegenheden bieden zich aan over heel het territorium. Fanesca is de verloren zonen en dochters, ouders, tantes en grootouders goed gezind. Geen beter excuus voor een reisje (t)huiswaarts dan fanesca! De extra handen zijn bovendien onontbeerlijk om de verschillende graansoorten die de soep rijk is samen te pellen.
Rosa Rivera, marktkraamster op de Amazonas markt in Ibarra, legt in detail uit hoe deze soep op basis van melk en granen te bereiden. De precisie en het geduld waarmee ze iedere stap uitlegt, verklapt de sociale waarde van deze Ecuadoriaanse stoofpot. Rosa verkoopt een groot deel van de ingrediënten, allemaal apart te koken voor ze samen te voegen: twee soorten maïs, bonen, sperziebonen, erwten, chochos, zapallo en sambo (twee soorten pompoen), melk, kaas, pinda’s en gedroogde kabeljauw. Iedere fanesca is anders naargelang kooktijd en het toevoegen van extra’s als avocado en gekookt ei. Voor de dappere eters volgt er na de fanesca nog een bord aardappelpuree en maïsdrank.
De soep heeft traditioneel twaalf ingrediënten naar analogie met de twaalf apostelen. De Andes traditie heeft een voedzame soep overgeleverd binnen de eeuwenoude landbouwkalender. Fanesca komt met de lente en een overvloedige oogst van Andes-granen.
Rosa Rivera vertelt dat haar gasvuur kapot is, maar al moet ze op een haardvuur koken: Viernes Santos is fanesca-dag! Hoewel ik tijdens Semana Santa meerdere fanesca uitlatingen over buikpijn hoor, de familiale rol van fanesca is de overvloed waard. Vrijdagavond blijkt wel niet iedereen een trouwe katholiek te zijn. Ik citeer een vriend wanneer we ’s avonds aanschuiven voor de bekende Latijns-Amerikaanse parrillada (vlees op de gril, eveneens met een belangrijke sociale waarde): “Dit is de stand van de atheïsten.” Of een Ecuadoriaan twee dagen geen vlees serveren is al even wreed als geen soep tijdens de lunch. Ondertussen passeert in dezelfde straat een religieuze processie met tableaux vivants. Zaterdag neem ik de proef op de som. Met een licht ontbijt op de maag schotelt de familie Cadena Nacata mij vol verwachting een kom gele brij voor: en ja, gezellig lekker!
reageren