Zoals het beste recept voor speculaas of oliebollen niet bestaat, is ook hét recept voor de traditionele Pan de muerto moeilijk te vinden. Elke regio, elk dorp en zelfs elk
gezin heeft zijn eigen absoluut beste recept, en eigen trucjes om de zoete broodjes
zo mooi mogelijk te maken. Ze moeten immers de familieleden in het hiernamaals
kunnen bekoren. De pan de muerto wordt namelijk gebakken en gegeten tijdens de día de los muertos, oftewel de dag van de doden, die in Latijns-Amerika op 1 en 2 november gevierd wordt. Tijdens deze viering worden de doden herdacht op allesbehalve treurige wijze. Graven worden versierd met bloemen, slingers en hapjes en aan de tafels worden extra plaatsen gedekt zodat ook de doden de kans krijgen de maaltijd bij te wonen.
De pan de muerto is meestal een klein tot middelgroot rond broodje van zoet brioche-achtig deeg, met bovenop strengen deeg gedrapeerd in de vorm van beenderen. Een andere veelvoorkomende versie is het brood in de vorm van een poppetje, volgens sommigen om overleden baby’s te herdenken en volgens anderen om engeltjes te verbeelden. In Mexico worden deze ‘poppetjes’ nog steeds pan de muerto of soms pan de yema genoemd, terwijl in Peru en Bolivia soortgelijken zoete broodjes Tantawawa worden genoemd, een woord uit het Quechua. Soms wordt aan het deeg wat nootmuskaat of kruidnagel toegevoegd, maar dat is allemaal naar eigen smaak. In Oaxaca, Mexico, worden de broden traditioneel wat groter gemaakt en versierd met sprinkles en een klein hoofdje, om een verloren ziel te belichamen.