Roemloos einde voor Alan García
Mijn eerste kennismaking met Peru dateert van najaar 1990, een paar maanden na het vertrek van toenmalig president Alan García. Het is niet overdreven om te stellen dat het land aan de rand van de afgrond stond. De guerilla’s van Lichtend Pad (Sendero Luminoso) hadden controle over grote delen van het land, saboteerden de stroomvoorziening en geen overheidsfunctionaris was zijn leven nog zeker. Met een torenhoge inflatie en even later de uitbraak van cholera was de bevolking de wanhoop nabij.
Toen de politie op 17 april aanbelde bij het huis van Alan García in de dure wijk Miraflores in Lima, met een arrestatiebevel, sloot de ex-president zich volgens de Peruaanse media, op in zijn slaapkamer op om zijn advocaat te bellen. Even later hoorden de agenten een schot. De 69-jarige García werd, met een kogelgat in zijn slaap, in kritieke toestand overgebracht naar een ziekenhuis in Lima, waar hij enkele uren later overleed.
Ik wist niet wat ik zag en wat een contrast met zijn eerste jaren. De jongste president van Peru ooit kon in 1985 rekenen op groot enthousiasme (en internationale steun), ging het allemaal anders doen en kreeg de economie aan de praat met publieke werken. De grote staatsschuld liet hij voor wat het was en de geldpersen werden aangezet. Lonen en pensioenen gingen omhoog en Peru leek de weg omhoog te hebben gevonden.
Het werd een enorme desillusie. Het bestrijden van de maoïstische beweging Lichtend Pad, dat grote aanhang had gekregen onder de boerenbevolking, pakte volkomen verkeerd uit en grote sommen geld (onder andere voor de aanleg van een metro in Lima) verdwenen. Het land bleef geruïneerd achter en de verarmde bevolking koos niet voor schrijver Mario Vargas Llosa maar voor de onbekende Alberto Fujimori als nieuwe president. Tot op de dag van vandaag worstelt Peru met de naweeën van de burgeroorlog die onder García begon en die tienduizenden slachtoffers eiste.
Ongelofelijk maar waar: vele jaren later en terug uit ballingschap kreeg Alan García in 2006 een tweede termijn. Niet omdat de Peruanen zo’n slecht geheugen hebben maar omdat zijn tegenstrever Humala gesteund werd door het socialistische regime van Hugo Chávez in Venezuela. Deze tweede kans verliep nog niet eens zo slecht. Totdat het Braziliaanse bouwbedrijf Odebrecht het grootste corruptieschandaal in de Zuid-Amerikaanse geschiedenis ontketende. Het aandeel van García daarin is nog niet opgehelderd, maar was blijkbaar genoeg om hem tot deze wanhoopsdaad te drijven. De charismatische wereldverbeteraar (zelden zag ik zo’n opzwepende spreker) van weleer is roemloos aan zijn einde gekomen.
reageren