Een paar weken Brazilië zetten de dingen voor een Hollands meisje weer even goed in perspectief. Ontnuchterend. Natuurlijk kun je een paar complimenten verwachten over je mooie blauwe ogen, en zijn mensen verwelkomend en enthousiast over je bezoek, maar uiteindelijk beklijven ook de meewarige blikken wanneer je je op de dansvloer waagt of als je met je Portuñol da Holanda een gesprek probeert te voeren. En dan zijn er de Braziliaanse vrouwen. Voor het gemak van dit stukje even gereduceerd tot afgunst opwekkende lichamen; billen en borsten immer prompt en parmantig, fier naar voren en naar achteren uitstekend. (Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich overigens ook een groep vrouwen (en mannen) met behoorlijke obesitas, een verschijnsel bij uitstek te vinden in de groeiende middenklasse die meer geld direct in meer eten steekt en daardoor steeds meer vrouw (of man) wordt). Maar goed, terug naar de perfecte vrouwen, na dagenlange bewondering rees natuurlijk de vraag: is er voor de Nederlandse vrouw een parcours af te leggen dat leidt tot zulke Braziliaanse rondingen? Het eerlijke antwoord luidt natuurlijk een kort en bondig ‘neen’. Maar wat uiteraard wel kan: meer dansen, trots zijn op wat je hebt, het met weinig verhullen én wat vaker als een Braziliaanse eten. Te beginnen met açaí, een in Europa en de VS als ‘superfood’ gekenmerkt donkerpaars vruchtje afkomstig van de açaípalm, dat in Brazilië op elke straathoek verkocht wordt als ‘açaí na tigela’ (letterlijk ‘açaí in een kom’), een overheerlijke smoothie-achtige sorbet.
Nog niet zo makkelijk om in Nederland na te maken, want wat je nodig hebt is ingevroren açaí-pulp. In de Amsterdamse Kinkerstraat zit echter een Braziliaanse winkel (met volgens de website ook filialen in Rotterdam en Almere!) die de zakjes pulp voor een luttel bedrag verkoopt. Verder heb je slechts wat bananen en een handjevol granola of muesli nodig voor deze kom vol lenteachtige heerlijkheid.