Cuñape in Bolivia, pão de queijo in Brazilie, pan de yuca in Uruguay, en zo zijn er nog veel meer verschillende namen voor deze stukjes wolk, zo herkenbaar uit de straten van Latijns-Amerika, en onvergetelijk voor wie ze proeft. Hoe kan het ook anders, zacht, smaakvol en troostrijk als ze zijn.
In de oostelijke regio van Bolivia komen cuñapes na 15:00 uur vers uit de oven. Precies op tijd voor de café de la siesta – dat luie en gezellige eetmoment dat de middag in tweeën breekt – de uurtjes die niet-te-doen warm zijn, en de welkome belofte van verkoeling en voorbereiding op de avond, wanneer de dorpen en steden in deze tropische regio juist tot leven komen.
Een cuñape eet je normaliter naast een kop zwarte koffie met heel veel suiker, maar dat hoeft natuurlijk niet. In de ochtend bij het ontbijt, of als tussendoortje zijn ze ook een heerlijke optie. Wel is het belangrijk te weten dat een koude cuñape echt, echt niet kan tippen aan een lekkere verse warme. Maar als je ze thuis bakt doe je dat natuurlijk in één keer. Een goed alternatief is dan om ze vóór het eten even (het liefst in de oven, maar maximaal 15 seconden in de magnetron kan ook) op te warmen.
Cuñapes worden van een zo vers mogelijke kaas gemaakt. Dat is in Nederland, gezien de voorkeur voor gerijpte kaas, niet eenvoudig te bereiken. In Caribische winkeltjes in de grote steden vind je soms queso fresco (Latijns-Amerikaanse verse kaas), maar anders is koeienfeta of hele jonge Hollandse kaas ook een optie, alleen is de smaak van de kaas dan eigenlijk iets te aanwezig. Zelf heb ik nu jonge kaas gebruikt. Cassavemeel vind je overigens in elke toko; Caribische of Afrikaanse winkel.