Latijns-Amerika magazine.

door Carmen Laura Gimenez Solar

Cuñape in Bolivia, pão de queijo in Brazilie, pan de yuca in Uruguay, en zo zijn er nog veel meer verschillende namen voor deze stukjes wolk, zo herkenbaar uit de straten van Latijns-Amerika, en onvergetelijk voor wie ze proeft. Hoe kan het ook anders, zacht, smaakvol en troostrijk als ze zijn. 

In de oostelijke regio van Bolivia komen cuñapes na 15:00 uur vers uit de oven. Precies op tijd voor de café de la siesta – dat luie en gezellige eetmoment dat de middag in tweeën breekt – de uurtjes die niet-te-doen warm zijn, en de welkome belofte van verkoeling en voorbereiding op de avond, wanneer de dorpen en steden in deze tropische regio juist tot leven komen. 

Een cuñape eet je normaliter naast een kop zwarte koffie met heel veel suiker, maar dat hoeft natuurlijk niet. In de ochtend bij het ontbijt, of als tussendoortje zijn ze ook een heerlijke optie. Wel is het belangrijk te weten dat een koude cuñape echt, echt niet kan tippen aan een lekkere verse warme. Maar als je ze thuis bakt doe je dat natuurlijk in één keer. Een goed alternatief is dan om ze vóór het eten even (het liefst in de oven, maar maximaal 15 seconden in de magnetron kan ook) op te warmen.

Cuñapes worden van een zo vers mogelijke kaas gemaakt. Dat is in Nederland, gezien de voorkeur voor gerijpte kaas, niet eenvoudig te bereiken. In Caribische winkeltjes in de grote steden vind je soms queso fresco (Latijns-Amerikaanse verse kaas), maar anders is koeienfeta of hele jonge Hollandse kaas ook een optie, alleen is de smaak van de kaas dan eigenlijk iets te aanwezig. Zelf heb ik nu jonge kaas gebruikt. Cassavemeel vind je overigens in elke toko; Caribische of Afrikaanse winkel.

Ingredienten:

Voor 12 stuks:

1 mok cassavemeel (gezeefd)

1 mok kaas (geraspt of verkruimeld)

1 ei

1 dl. melk

1 tl. zout

½ tl. suiker

Bereiding:

Voorverwarm de oven op 175 graden.

Meng eerst het meel met het zout en de suiker en dan met de kaas en het ei. Voeg vervolgens de melk beetje bij beetje toe, tot je een iets kleverig deeg hebt bereikt; dat wilt zeggen, het kleeft een beetje aan je handen maar je handen blijven overwegend schoon. Als het te veel kleeft doe je wat extra meel erbij en als het nog te droog is, wat extra melk.

Dan pluk je een deel van je deeg en vorm je met je hand een balletje ter grote van een champignon. Als je het balletje hebt druk je met je vinger een holletje aan de onderkant, dit maakt de cuñape luchtiger. Als je je aan deze grootte houdt, zou je twaalf balletjes moeten hebben, maar je kunt ze natuurlijk naar smaak groter of kleiner maken.

Leg je balletjes dan op een met bakpapier bedekte bakplaat, zet ze 15 tot 18 minuten in een goed warme oven. Ga tussendoor lekker je koffie zetten. Als de balletjes bruine sproeten krijgen, zijn jouw cuñapes klaar! Haal ze uit de oven, laat 5 minuten afkoelen en geniet ervan!