De Nicaraguaanse keuken kent vele bijzondere regionale gerechten en is tropisch doch simpel een heerlijke keuken. Je kunt er leven van het eten op straat omdat er op elke straathoek een pulpería, panadería, fritanga of buffet is te vinden. ’s Ochtends word je al om 7 uur gewekt door de tortillera die huis aan huis ‘tortiiiiiiiilla’s verkoopt! Overal wordt van alles verkocht en het is een kwestie van ontdekken waar je de beste bonen, de beste cacao of de lekkerste gegrilde maïs kunt krijgen. In elke stad bruist de markt van de eetkraampjes en dat is dan ook dé plek om lekker te lunchen of nachtelijk te dineren. Van carne en baho tot krielkippensoep met albondigas, van chancho con yuca tot arroz aguado.
Toen het idee van ‘La Fritanguita de la Lleca’ ontstond en daarmee het idee 100% Nicaraguaanse eten te maken voor een Amsterdamse volkskeuken (om zo geld in te zamelen voor Lleca, een theaterproject in een Nicaraguaanse gevangenis), was het niet makkelijk de zo gebruikelijke ingrediënten te lokaliseren. Waar kun je in hemelsnaam Maseca (een bepaald type maismeel, red.) vinden? En bittere sinaasappel, yerba buena of achiote? Om over de pozol, pinolillo en chicha nog maar te zwijgen.
Gelukkig redde de Turkse, Surinaamse en Afrikaanse winkeltjes op en rond de
Dappermarkt de keuken. Ook vonden we in een zijstraatje van de Albert Cuyp Tjin’s
Toko, waar ze veel ‘Mexicaanse’ producten verkopen zoals Maseca en achiote-pasta. Slijterij Ton Overmars is de enige slijterij in Amsterdam e.o. die de heerlijke Flor de Caña-rum verkoopt, waarvan we mojito’s en macuácocktails konden maken.
Hieronder het recept voor het voorgerecht van de avond: sopa de frijoles, oftewel bonensoep.