Aanstaande zondag 25 mei zijn er in Colombia presidentsverkiezingen. Het zal de eerste ronde zijn, waarbij niet verwacht wordt dat een van de kandidaten een absolute meerderheid haalt. De tweede ronde, indien nodig, zal dan op 15 juni plaatsvinden. De verkiezingscampagnes zijn inmiddels beëindigd, de stemmers konden gisteren en vandaag nog wel kijken naar twee belangrijke debatten tussen alle partijleiders, maar over inhoudelijk echt belangrijke zaken wordt maar nauwelijks gesproken.
Er staat veel op het spel in het jarenlang door onrusten geteisterde land, en er is de afgelopen weken veel aan de hand geweest, van afluisterschandalen tot compromitterende video’s, beschuldigen over en weer, stakingen, maar ook een wapenstilstand afgeroepen door de FARC en het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN).
De gooi naar het presidentschap, een ware nek-aan-nekrace inmiddels, speelt zicht vooral af tussen twee centrumrechtse kandidaten: zittend president Juan Manuel Santos en zijn grootste concurrent Óscar Iván Zuluaga, deze laatste volgens velen vooral een speelbal van voormalig president Álvaro Uribe, die zich niet meer verkiesbaar mag stellen maar nog graag – zij het met een omweg – in het machtscentrum verkeert. Zijn connecties zijn alomtegenwoordig, in de Senaat werd hij onlangs herkozen en door de tijdens zijn presidentschap harde politiek om Colombia’s veiligheid te vergroten is hij nog steeds populair onder grote delen van de bevolking. Inmiddels twee dagen voor de verkiezingen lijkt Zuluaga aan kop te gaan in de peilingen, maar veel scheelt het niet. Zuluaga komt uit voor de door Uribe in 2012 opgerichte partij ‘Centro Democratico’, maar zowel Zuluaga als Santos waren in de regeringen van Uribe (2002 – 2010) actief als minister. Toen Santos in 2010 de verkiezingen won verwachtte iedereen dat hij het regeren met keiharde hand van Uribe zou vervolgen, maar al snel bleek Santos een andere koers te gaan varen. In plaats van uitsluitend repressief handelen tegenover alles wat riekte naar linkse guerilla besloot Santos vredesonderhandelingen op te zetten met de FARC, die nog steeds lopen en plaatsvinden in Havana, Cuba. De breuk met Uribe’s politiek leidde ertoe dat deze laatste zich afscheidde van de Liberalen en in 2012 een eigen partij opzette, vastbesloten om Santos weer van de troon te stoten.
De relletjes en schandalen die de afgelopen weken de aanloop naar de verkiezingen hebben getroebleerd, hebben op beide favorieten een smet geworpen, maar hebben er ook voor gezorgd dat alle aandacht naar deze twee is uitgegaan, waardoor de andere kandidaten – onder andere de linkse Clara Lopez en de progressieve en groene stadsvernieuwer en voormalig burgemeester van Bogotá Enrique Peñalosa – volkomen raakten ondergesneeuwd. Peñalosa leek eerder nog een serieuze tegenstander te worden, maar is inmiddels flink afgezakt in de peilingen, mede doordat potentieel linkse stemmers nu overwegen op Santos te stemmen om in vredesnaam Zuluaga’s winst tegen te houden.
Het kamp-Santos raakte in opspraak doordat Santos’ belangrijkste partijstrateeg miljoenen zou hebben aangenomen van een invloedrijke drugsbaas terwijl de partij van Zuluaga ongeveer gelijktijdig in verlegenheid werd gebracht door een afluisterschandaal; het campagneteam zou op illegale wijze aan geheime informatie zijn gekomen over lopende vredesbesprekingen met onder andere de FARC. Zuluaga zelf dook op in een video waarin hij praat met een onlangs gearresteerde hacker die boodschappen van de FARC heeft onderschept. Zuluaga ontkende eerder deze hacker te kennen en probeerde zich uit de benarde positie te redden door te zeggen dat de video gemanipuleerd is en deel van een lastercampagne tegen zijn persoon. Santos gebruikt deze rel nu om zijn resultaten in de vredesonderhandelingen onder de aandacht te brengen en te laten zien dat Zuluaga (en Uribe daarachter) het vredesproces juist ondermijnen. Zuluaga benadrukt op zijn beurt dat de FARC inmiddels meer dan genoeg ruimte heeft gekregen en zijn partij zal de onderhandelingen dan ook direct staken mocht Zuluaga de verkiezingen winnen.
Op de achtergrond van deze verkiezingsonrusten spelen aanhoudende stakingen en protesten vanuit de boerenbeweging die al sinds februari dit jaar gaande zijn. Ondertussen kondigen de FARC en het Nationaal Bevrijdingsleger vorige week aan hun wapens neer te leggen van 20 tot en met 28 mei. De verklaring werd gedaan vanuit Havana, waar de FARC al sinds 2012 met de Colombiaanse regering onderhandelt over vrede.
Door alle consternatie en moddergooien over en weer, komen de door veel Colombianen werkelijk belangrijk geachte thema’s – onderwijs, werkloosheid, gezondheidszorg en armoedebestrijding – nauwelijks aan bod. De angst bestaat dat de winnende kandidaat zich ook na de verkiezingen met deze thema’s maar weinig zal bezighouden. En zo blijft Colombia voorlopig nog kampen met haar littekens van het verleden.
Bronnen: Semana, Colombia Reports, The Post Online, Arjan Meesterburrie
reageren