Onderzoek naar gedwongen sterilisaties Peru
Sinds eind jaren ’90 zijn er verschillende commissies ingesteld om de gedwongen sterilisaties te onderzoeken, zowel door de Peruaanse overheid als door maatschappelijke organisaties. De onderzoeks-commissies zijn het er niet over eens bij hoeveel vrouwen van de 200.000 gesteriliseerde vrouwen dit gedwongen gebeurden, maar ze zijn het er wel over eens dat dit gebeurd is (Boesten 2010: 81). In het rapport ‘Nada Personal. Implementación de la Anticoncepción Quirúrgica en el Perú’ van de mensenrechtenorganisatie Comité de América Latina y El Caribe para la Defensa de los Derechos de la Mujer (CLADEM) spreekt men van zeker 243 gedwongen sterilisaties. Een commissie ingesteld door het Ministerie van Gezondheid leverde bewijs van 54 andere zaken waarin mensenrechten geschonden waren. In September 2001 stelde de toenmalig Minister van Gezondheid een Parlementaire Commissie in om ‘onregelmatigheden’ in het programma te onderzoeken. Deze commissie presenteerde in juli 2002 haar report en concludeerde dat tussen 1996 en 2000 215.227 vrouwen en 16.547 mannen zijn gesteriliseerd. Ongeveer tien procent van de geïnterviewden gaf destijds aan onder druk ingestemd te hebben met een sterilisatie in ruil voor voedselhulp, medicijnen en andere medische zorg (BBC News, 24 juli 2002). Het vermoeden is echter dat veel vrouwen nooit een klacht hebben ingediend en de getallen variëren van 200 tot zeker 2000 gedwongen sterilisaties in de jaren 1995-2000.
Alberto Fujimori en zijn ministers zullen niet worden vervolgd voor de sterilisatiecampagne die onderdeel uitmaakte van het geboortebeperkingsprogramma in de jaren negentig onder zijn regime. Dit heeft openbaar aanklager Marco Guzmán Baca vrijdag 24 januari 2014 bekend gemaakt. Guzmán concludeerde na onderzoek dat er geen misdaden tegen de menselijkheid zijn gepleegd onder deze campagne. Volgens slachtoffers en mensenrechtenorganisaties zijn er velen vrouwen gedwongen tot sterilisatie onder Fujimori’s Programa Nacional de Salud Reproductiva y Planificación Familiar 1996-2000, wat bedoeld was om de bevolkingsgroei te reduceren tot maximaal twee procent per jaar. Dit was de eerste keer dat er anticonceptie goed toegankelijk werd in de afgelegen gebieden. Echter, in plaats van de mogelijkheden met deze vrouwen te bespreken werden zij onder druk gezet om onomkeerbare operaties te ondergaan.
Geboortebeperking is armoedebeperking?
Het geboortebeperkingsprogramma van Fujimori was gebaseerd op het idee dat overbevolking een gevaar vormt voor de vooruitgang van een land. ‘Want’, zo stelde Fujimori destijds, ‘de overheid kan armoede niet efficiënt verminderen wanneer arme families gemiddeld zeven kinderen blijven hebben’ (Boesten 2010: 82). Dit idee werd in Peru pas in de jaren ’90 populair, maar leidde voor die tijd al wereldwijd tot grove mensenrechtenschendingen. Halverwege de vorige eeuw was op Puerto Rico al 34% van de vrouwen gesteriliseerd. Zij werden geopereerd zonder uitleg hierover te ontvangen, omdat deze ongeschoolde vrouwen het ‘toch niet zouden begrijpen’. Daarnaast werd een nieuwe anticonceptiepil op de vrouwen getest, zonder dat zij ervan op de hoogte waren dat dit medicijn onderdeel uitmaakte van een onderzoek en gevaarlijke bijwerkingen zou kunnen hebben (Presser 1969). In de jaren ’70 werden in India sterilisatiekampen opgericht en in Indonesië was het leger verantwoordelijk voor de geboortebeperking op Oost-Timor, waarbij zij veel vrouwen tot sterilisaties dwongen (Henning Brown 1984; Silove 2000: 71-72). Deze programma’s waren gebaseerd op racistische en seksistische ideeën en waren met name gericht op arme, niet-blanke vrouwen die gezien werden als de verspreiders van armoede. Ook Fujimori’s programma van geboortebeperking richtte zich met name op de armste sectoren in Peru: niet-opgeleide campesinas, indígenas uit de bergen en de amazone en inwoners van de armste wijken in de grote steden (Reyes 2004: 24). Hoewel het racistische motief nooit openlijk benoemd werd bestaat er geen twijfel over de verborgen vooroordelen die ten grondslag lagen aan het geboortebeperkingsprogramma. De achtergestelde positie van deze vrouwen in de Peruaanse samenleving maakte hen niet alleen een makkelijk doelwit, het zorgde er ook voor dat zij niet zouden kunnen protesteren tegen deze praktijken. Ze zouden niet serieus zijn genomen door de autoriteiten wanneer zij een klacht hadden willen indienen (Boesten 2004: 210-211).
De rol van een feministische NGO
Een deel van de uitvoering van het programma werd in handen gegeven van de feministische NGO Manuela Ramos. Jarenlang was anticonceptie taboe geweest in het katholieke land en het nieuwe geboortebeperkingsprogramma werd door de NGO gezien als mogelijkheid om anticonceptie ook in de afgelegen gebieden te promoten. Manuela Ramos leverde zelf niet daadwerkelijk zorg, maar richtte zich op het informeren en zelfbewust maken van vrouwen, zodat zij bij ziekte makkelijker gebruiken zouden kunnen maken van de bestaande gezondheidszorg. In hun programma ReproSalud, dat miljoenen aan financiële steun van USAID ontving, brachten zij professionele medewerkers in contact met lokale vrouwengroepen. Gezamenlijk maakten zij zogeheten autodiagnósticos, waarin de vrouwen zelf de mogelijke problemen met reproductieve gezondheid in de gemeenschap in kaart brachten. Uit deze verslagen bleek duidelijk dat lokaal personeel van de gezondheidscentra deze vrouwen onder druk zetten om zich te steriliseren. Hoewel de NGO deze manier van werken niet steunde heeft het zich ook nooit hiertegen uitgesproken. De organisatie koos voor een aanpak van ‘verandering van binnenuit’, omdat zij bang waren dat het ReproSalud programma gestopt zou worden als zij te kritisch zouden zijn (Boesten 2010: 101).
Discriminatie
Ook de vrouwen gaven aan in eerste instantie blij te zijn met de mogelijkheid om zelf controle te hebben over het aantal kinderen dat zij kregen. In de afgelegen gebieden van Peru was er vaak geen goede zorg beschikbaar en hun mannen stonden vaak niet positief tegenover anticonceptie (Boesten 2010: 93). Maar hoewel de Peruaanse overheid het gebruik van geweld niet voorschreef, zorgden de omstandigheden wel voor misleiding, overmatige druk en soms zelfs fysiek geweld om de vrouwen te overtuigen zich te laten steriliseren (Boesten 2010: 75). Als onderdeel van de sterilisatiecampagne kregen lokale gezondheidswerkers de opdracht het aantal ‘vruchtbare vrouwen’ in hun regio te bepalen, en op basis daarvan werd een quota vastgesteld. Wanneer zij deze quota haalden werden zij beloond met goederen of geld (Boesten 2004: 181). In hun jacht om de quota te halen nam het medisch personeel vaak niet de moeite de vrouwen goed in te lichten, aangezien zij ‘too ignorant to care, too stupid to understand and too powerless to protest’ waren (Boesten 2004: 96).
Wanneer vrouwen niet meewerkten werd er gedreigd met boetes, gevangenschap of het in de toekomst onthouden van medische zorg voor de hele familie. Fysieke dwang werd bewaard als een laatste middel (Boesten 2010: 96-97). Aan de grond hiervan ligt de diepgewortelde discriminatie in Peru, wat een belangrijke rol in het contact tussen hoogopgeleide, blanke Peruanen en de inheemse bevolking speelt. De vrouwen op wie het sterilisatieprogramma gericht was spraken vaak alleen Quechua, terwijl de dokters voornamelijk Spaans spraken. Dit zorgde voor miscommunicatie, maar ook voor wederzijds wantrouwen. Het medisch personeel ging vaak met minachting om met de lokale patiënten, zo vertelden vrouwen dat de dokters hen onder druk zetten om anticonceptiemiddelen te gebruiken omdat zij ‘kinderen kregen als cavia’s’ (Boesten 2004: 97).
Getuigenissen
In 1997 kwamen de eerste getuigenissen van vrouwen in het nieuws. Aan de vrouwenrechtenorganisatie Movimiento de Mujeres Línea Fundacional (MAM) vertelde Florencia Huayllas Vásquez hoe zij in 1997 tegen haar wil in werd gesteriliseerd. ‘Op een dag kwamen er twee verpleegsters, die mij in een deken wikkelde. Ze zeiden dat ze mij injecties zouden geven tegen mijn bloedarmoede en namen mij mee naar de gezondheidspost. Toen we bij de post aankwamen zeiden ze dat ze mijn eierstokken zouden afbinden, om te voorkomen dat ik kinderen met bloedarmoede zou krijgen en om mij te genezen. Ik was bang en wilde ontsnappen, maar het lukte ze om mij naar een zaal te brengen. Ze legden mij op de grond en bonden mijn handen vast. Ik vroeg ze mij niet te steriliseren, omdat ik al een spiraaltje gebruikte. Maar zij antwoorden mij dat ze het wel zouden doen en dat er niets zou gebeuren. Daarnaast zeiden ze dat mijn man akkoord ging met de operatie, en dat deze slechts één jaar werkzaam zou zijn. Toen ik rond middernacht wakker werd had ik veel pijn. In een wagentje brachten ze mij terug naar huis, waar ik twee weken in bed lag. Het doet nu pijn wanneer ik geslachtsgemeenschap heb en mijn man heeft mij uiteindelijk verlaten.’ (bron: website Genocidio Ayacuco)
Mamérita Mestanza
Ook de kwaliteit van de zorg was een groot probleem. Veel lokale gezondheidscentra hadden de kennis noch de instrumenten die nodig waren voor deze ingrepen. Zeker 17 vrouwen zijn overleden aan de gevolgen van slecht uitgevoerde sterilisaties, waaronder de jonge campesina Mamérita Mestanza (Boesten 2004: 97). Mamérita was 33 jaar oud, had zeven kinderen en woonde in een klein bergdorp in de provincie Cajamarca. Na de start van het sterilisatieprogramma kwamen er regelmatig medewerkers van het lokale gezondheidscentrum bij haar langs met de suggestie dat zij zich zou laten steriliseren. Eerst weigerde Mamérita, maar de gesprekken met de medewerkers werden steeds dwingender. Zij vertelden Mamérita dat er een wet was aangenomen die stelde dat mensen die meer dan vijf kinderen hadden een boete moesten betalen en de gevangenis in zouden moeten. Als ze niet zou meewerken aan een sterilisatie zouden de medewerkers gedwongen zijn om bij de politie te melden dat zij meer dan vijf kinderen had, met alle gevolgen van dien. Na meer dan tien intimiderende bezoeken ging zij uiteindelijk akkoord met de sterilisatie. Een dag na haar instemming werd zij, zonder verdere uitleg over de procedure of een degelijk medisch vooronderzoek, geopereerd in het ziekenhuis van Cajamarca. Eenmaal thuis had Mamérita last van enorme hoofdpijn en bleef zij braken. Haar familie nam meerdere malen contact op met het lokale gezondheidscentrum en vertelde over haar klachten. Maar volgens de dokters waren dit de effecten van de narcose en hoefden zij zich geen zorgen te maken. Acht dagen na de sterilisatie overleed Mamérita aan de gevolgen van een ontsteking en nalatige zorg. Na haar dood gaf het gezondheidscentrum haar man 850 nuevos soles (ongeveer 220 euro), en werd hem gezegd dat hij dit nooit aan iemand mocht vertellen en zeker niet aan de politie of de autoriteiten. Toen mensenrechtenorganisaties van dit geval hoorden kwamen zij de familie te hulp. In 1999 werd de zaak van Mamérita voor het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens gebracht, nadat rechtszaken binnen Peru op niets uitliepen. Uiteindelijk betaalde de Peruaanse staat in augustus 2003 de familie van Mamérita een schadeloosstelling voor haar dood, wat volgens de staat een individueel geval was en geen connectie had met het geboortebeperkingsprogramma en de sterilisaties die daar onderdeel van uitmaakten (MAM 2008).
Vechten voor gerechtigheid: een eindeloze strijd
Ook in het recente onderzoek van openbaar aanklager Guzmán speelde de dood van Mamérita een belangrijke rol. Op aandringen van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens werd de zaak van haar dood en de gedwongen sterilisaties in het algemeen heropend. Maar volgens openbaar aanklager Guzmán is er geen bewijs gevonden dat Fujimori en zijn ministers daadwerkelijk de intentie hadden om op zo’n grote schaal vrouwen tot sterilisaties te dwingen. Guzmán heeft naar aanleiding van het onderzoek naar de dood van Mamérita wel besloten zes dokters te vervolgen. Vier lokale artsen worden beschuldigd van doodslag en twee forensisch pathologen worden beschuldigd van het verhullen van strafbare feiten en plichtsverzuim. Hoewel Guzmán zegt dat er aanwijzingen zijn voor mensenrechtenschendingen houdt hij vol dat er geen misdaden tegen de menselijkheid hebben plaatsgevonden. De fysieke integriteit van vrouwen is in sommige gevallen geschonden en vrouwen met veel kinderen werden inderdaad onder druk gezet om zich te laten steriliseren, maar in geen geval is dit onder dwang gebeurt, aldus de openbaar aanklager (Mario Mejía, El Comercio, 24 januari 2014). Guzmáns conclusie is de zoveelste klap in het gezicht van de inheemse vrouwen. De verdediging van de slachtoffers heeft al aangekondigd het besluit van Marco Guzmán aan te vechten, maar de vraag is in hoeverre een nieuwe zaak wel kans van slagen heeft als de Peruaanse cultuur op dit gebied niet verandert.
Bibliografie
Jelke Boesten
2004 Negotiating Womanhood, Reproducing Inequality. Women and Social Policy in Peru. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
Jelke Boesten
2010 Intersecting Inequalities. Women and Social Policy in Peru, 1990-2000. University Park: The Pennsylvania State University Press.
BBC News
24 juli 2002 ‘ Mass sterilisation scandal shocks Peru’
El Comercio
24 januari 2014 ‘Denuncian a médicos por caso de esterilizaciones forzadas’
Carolyn Henning Brown
1984 ‘The Forced Sterilization Program Under the Indian Emergency: Results in one settlement’ in Human Organization, Vol. 43, No.1 (Spring 1984), pp. 49-54
Mario Mejía
24 januari 2014 ‘Fiscalía exculpa a Fujimori y ex ministros por esterilizaciones’ in El Comercio
Movimiento Amplio de Mujeres
25 januari 2008 Esterilizaciones Forzadas y acceso a la Justicia en el Perú.
Harriet B. Presser
1969 ‘The Role of Sterilization in Controlling Puerto Rican Fertility’ in Population Studies, Vol. 23, No.3 (November 1969), pp. 343-361.
María Elena Reyes
2004 “Intentando redefinir la justicia: el caso de esterilizaciones forzadas en Perú.” In Cuerpos Nuestros. Refidiniendo la Justicia, edited by Viviana Waisman, 19-31. Lima: Women’s Link Worldwide and CLADEM.
Derrick Silove
2000 ‘Conflict in East Timor: Genocide or Expansionist Occupation?’ in Human Rights Review, Vol. 1, Issue 3 (April-June 2000), pp. 62-79.
reageren