Zondag 12 oktober zijn er verkiezingen in Bolivia, de huidige president Evo Morales, stelt zich voor de derde keer verkiesbaar. De peilingen voorspellen weinig spannends, een wederom overtuigende overwinning van Morales is zeer waarschijnlijk.
Hoe zat het ook alweer met Bolivia
Een van de armste en meest achtergestelde landen van de regio: vruchtbare grond, politieke instabiliteit en een zeer kwetsbare economie – en zoals zoveel landen in de regio, met een groeiende ongelijkheid onder zijn bevolking, stond rond het jaar 2005 voor een breekpunt; voor het eerst in de geschiedenis van het land wordt een politicus van inheemse komaf, de Aymara cocaboer en bewegingsleider Evo Morales als president gekozen. De gebruikelijke formule van traditionele partijen, met kleine minderheden die politieke pacten sluiten om zo net de meerderheid te behalen en elkaar aan de macht af te wisselen, blijkt niet meer effectief. Tegenover zo’n overtuigende overwinning kunnen deze partijen niet meer op legitimiteit rusten en raken totaal gefragmenteerd. Deze zelfde oude politieke opponenten, vertegenwoordigers van het establishment; de blanke stedelijke financiële en industriële elite, niet meer in staat terug te kunnen vallen op hun oude politieke partijen, vinden een nieuw jasje om tegen Morales’ regering te ageren: een pro-autonomiebeweging. Als Evo aan de macht blijft willen we ons eigen Evo-loze stuk Bolivia, was min of meer de boodschap. Hun beweging vond aansluiting bij voornamelijk stedelijke blanke elites en middenklassen. Een kritieke periode van extreme politieke onrust met separatistische neigingen brak uit. Bolivia was in haar regio’s, steden, vriendenkringen en eettafels totaal verdeeld in twee fronten: mensen vóór en tegen de regering van Evo Morales. Inmiddels zijn we een aantal jaar verder, Morales is nog steeds aan de macht en de geopolitieke afbakeningen van Bolivia zijn onveranderd gebleven. Maar wat is er in deze jaren van Bolivia onder Morales wel veranderd?
Het mooie verhaal
Morales’ succes is uiteraard niet uitsluitend te danken aan zijn inheemse afkomst. Dat een inheemse aan de macht een symbolische katalysator is geworden voor het zelfvertrouwen en de sociaal en economische positionering van bepaalde opkomende groepen in Bolivia, is wel duidelijk. Maar in een land berucht om haar politieke instabiliteit, heb je meer dan een Aymara-uiterlijk nodig om negen ononderbroken jaren aan de macht te blijven en tot drie keer toe (twee verkiezingen en een referendum) met gemak de 50% te halen.
Op macroniveau maakte de nationale economie een gestage groei. Gepaard met fiscale discipline resulteerde dit in een onafgebroken begrotingssurplus. Sinds zijn intrede als president heeft de regering van Morales zwaar geïnvesteerd in sociale programma’s die armoede en racisme bestrijden, met name in de meest achtergestelde hoeken van Bolivia. De VN heeft vastgesteld dat Bolivia de hoogste percentages armoedebestrijding in de regio kent, met tussen 2000 en 2012 een afname 32,2%. Ook werkgelegenheid is significant toegenomen, met een opvallende 20% stijging in het minimumloon. Enorme budgetten zijn besteed aan programma’s gericht op kwetsbare groepen in de samenleving. Verder heeft UNESCO reeds aangekondigd dat Bolivia vrij is van analfabetisme. Volgens de VN Office on Drugs and Crime doet Bolivia als derde producent van coca in de wereld het, ondanks de afwezigheid van DEA (Noord-Amerikaanse Drug and Enforcement Administration dat door Morales het land uit is geschopt) en het reeds gelegaliseerde cocablad, uitstekend in de handhaving van drugsgerelateerde criminaliteit. Onder Morales is Bolivia zelfs begonnen aan haar eerste windenergieproject.
Het minder rooskleurige verhaal
“Ahora somos presidente” (nu zijn wij president) zei Evo Morales in een toespraak na zijn eerste overwinning, een prachtige zin die vol zit met symboliek van regeren als collectief. In de praktijk is Morales minder bereid geweest samen te regeren dan deze mooie leus beloofde. Op dit moment domineert zijn partij het parlement, senaat en hooggerechtshof. Vorig jaar stemden rechters toe met een in principe inconstitutionele derde presidentiële kandidatuur. Ook in de industrie en economische ontwikkeling is de rol van de overheid steeds prominenter. Veel wordt geïnvesteerd in reeds genationaliseerde bedrijven, transport, infrastructuur en communicatie. Daartegenover lijkt minder inspraak voor de burger te staan.
Veel van de economische groei was mogelijk dankzij de Boliviaanse olievoorraden. De extractieve focus van Morales’ regering is ook een gevoelig thema. Terwijl hij aan de ene kant tijdens internationale bijeenkomsten geen kans mist om namens Moeder Aarde “kapitalistische” leiders van onze wereld ernstig toe te spreken op hun desinteresse voor natuur en milieu, schroomt zijn regering aan de andere kant niet om – onder het mom van ontwikkeling – rivieren te vervuilen of natuurgebieden te eroderen. Voorbeeld hiervan is de geplande snelweg die het TIPNIS natuurreservaat zou doorkruisen, waarbij geweld vanuit de regering om pro-TIPNIS activisten te onderdrukken in tientallen gewonden resulteerde.
Tegen kritische geluiden vanuit sociale en inheemse bewegingen ageert Morales met een zeer effectieve verdeel-en-heers strategie. Mondige leiders raken hierdoor gemarginaliseerd en zo het zwijgen opgelegd. Toch zou je niet van coöptatie van sociale bewegingen kunnen spreken, eerder van een ‘strategische’ afwisseling van leiders binnen deze bewegingen, leiders die gehoorzaamheid kunnen garanderen en in die zin bewegingen juist demobiliseren; een essentieel punt om articulatie van protest tegen te houden.
Ook tegengeluid in bijvoorbeeld vrouwenbewegingen is hard aangepakt. Recentelijk is een verzoek tot depenalisering van abortus in Bolivia resoluut verworpen.
Waarom toch een verzekerde overwinning?
Eenvoudig genoeg omdat veel Bolivianen hebben geprofiteerd van zijn proceso de cambio (veranderingsproces). En niet alleen de armen en gemarginaliseerden. Kreeg Morales maar schoorvoetend respect in bijvoorbeeld de stad Santa Cruz, bastion van de pro-autonomiebewegingen die het land in tweeën dreigden te splitsen, tegenwoordig zijn deze separatistische neigingen allang van de baan en heeft de blanke industriële elite ingezien dat economische groei ook voor hen zeer bevorderlijk is geweest. Bovendien is het socialismo in de naam van Morales’ politieke partij MAS: Movimiento al Socialismo (beweging naar het socialisme) onschadelijk voor hun interesses gebleken. Buiten de socialistische retoriek van de regering om mogen bedrijven in Bolivia lekker hun gang gaan. Deels door de genoemde demobiliserende strategieën van Morales’ regering heeft Bolivia een periode van ongekende rust onder Morales gekend; voor Boliviaanse termen nauwelijks protesten, stakingen of wegblokkades. Waarom dan investeren in oppositiepartijen?
Simplistisch bekeken zou Morales alleen al kunnen winnen omdat het de nog altijd gefragmenteerde oppositie maar niet wil lukken om met een fatsoenlijk inhoudelijk verhaal te komen. Gevoelige vraagstukken als openbare veiligheid, politisering van justitie en gezondheidszorg blijven afwezig. Electorale programma’s en verkiezingscampagnes van de oppositie blijven gericht op zeer marginale en nogal sensatiegevoelige aspecten. Van een ideologisch debat is nauwelijks sprake.
Volgens de laatste peilingen maken de twee belangrijkste opponenten: Tuto Quiroga en Samuel Doria Medina geen schijn van kans. Deze verkiezingen zullen heel voorspelbaar zijn. Of dit een goede ontwikkeling voor Bolivia is, valt te bezien.
Verantwoording
Voor dit stuk zijn artikelen en nieuwsstukken gebruikt van onder andere: het Boliviaanse digitale magazine El desacuerdo, Boliviaanse kranten: Los Tiempos, Opinion en El Deber, Washington Post, BBC Mundo en UpsideDownworld. Ook zijn columnreeksen gevolgd van onder andere de feministische activiste Maria Galindo en Walter Chavez. Verder is zin en onzin over de verkiezingen op de sociale media gevolgd.
reageren